Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 1277, pagina 320

nomen de schult vanden Chinesen Sabandaer / daer„
tegens weder 7100 rb. van voorjarige vervoerden per
thol hebben moet, en nademael sijn hoogheijt, den
per die somwijlen nochtans seer schaers aend' E. Comp
levert, niet verstaen can datse minder dan tegen 9¼ rs
't p:l goedgedaen werd, sustinerende niet gehouden te sijn
eenigh afslagh toe te staen, omdat voorheen genoten
kleden, jegens geseijden prijs aengenomen heeft, en
schoon wel genoegsame Redenen daer tegens conden
inbrengen, soo soude echter onses gevoelens, zijn hoogh:t
wel eenige praetentie insgelijcks te maken hebben, ter
oorsake oock nu al drie â vier jaren naer tholgelden
der versonden pper heeft gewaecht, en noch doet, wae„
om wij ons oock telkens excuseren; dat maer sober„
tjens van spaensgeld versien werden
Alsoo wij graegh eerst sijn hoogh=ts schult afgedaen
sagen, mitsgaders vaste uijtspraeck hebben, wat oor„
saek sijn hoogh:t tot het betalen vande chinesen Saba„
daar cartijoetames schult sal gelieven te stellen, des„
wegen oij gemelte hoogh:t 247 p=ls pper die op afcorting
gewogen heeft noch tot 4¼ Rx. 't picol hebben goedgeda
doch of wij vande ander groten, deselve mede sodanigh
sullen aennemen, verwachten uEd=le naerder ordre
strijdende.
voorde 592 r. die sijn hoogh:t vande ammonitie noch
des. r blijft, soude, soo voorgeeft, 't aenstaende mousson
100: p=ls pper aen uEd=ns met eijgen vaertuijgen send
sonder eens te willen Luijsteren, om 'tselve tegens
thoe af te rekenen, maer ter contrarie sijn reets
al omde betalinge van desen afgescheepten pper
aengesproken, doch door ons tot 't vertreck van't schip
uijtgestelt: hoedanigh wij met de grooten, die eenigen
pper mochten leveren, is ons bedunckens gantsch
tegens reden, dat d' E. Comp. e gehouden soude sijn, die te
gens geseijden prijs te ontfangen, daerse in tegendeel
altans vrij tot civielder sij Warckt te becomen is,
oock