Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 1260, pagina 65

33
Verklaring aen
gaende de bequaem¬
brouwershaven.
worden, ende oversulx naa deliberatje goetge„
vonden ende verstaan denzelven voor zijne
presentatje te bedancken: gelijck (:zijn E: we„
der binnen gecomen zijnde:) geschiet. waernae
destemmen eenparighlijk: gevallen zijn op den
persoon van paulus andriesz: Capp=n deses —
guarnisoens, een Oudt manhaftig en ervaren
krijghs man indese gewesten, en die op dit
vaarwater wel bedreven is, ende heeft hij
sulckx naa dat hij weder binnen gecomen
was, danckelijk aangenomen, ende is hem
vande vergaderingh geluck aende hand gebo„
„den. God almaghtigh verleene daertoe zijnen
genadigen zegen Amen.
Amboina in't Casteel victoria datum als
vooren. was getekent Pieter Marville,
Maximiliaen de Jong, gerrard van Voorbugh,
ende adriaen van Lier.
Maandagh Den 15=en Februarij
1666: savondts na 't gebed,
Is gelesen de verclaringh door gecommitteerdens
volgens ordre tjaght brouwerhaven gevisiteekt
hebbende verleent, zoo en gel: hier navol¬
gende van woorde tewoorde staat ginsereert
„heijt vant Jaght Wij ondergesz: ter ordre vande Ed: h=r gouver=n
Pieter Marville gecommitteert zijnde om het
Jaght brouwershaven ende de drie Chialoepen
van banda alhier ter rheede gecomen, te visiteeren,
verclaren ende attesteren, het voorn=e Jaght
bevonden te hebben, bequaem te zijn, omme
indese oosterse quartieren gezonden te werden,
waer het sijn E: zoude gelieven, sonder dat
conden bespeuren daer aen ijet temancqueren,
ende
d
alhier