Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland
Transcriptie
no
Int schip Leeuwaerden desen 8=en Novemb=r 1653.
gaende met het selve ende
de vordere schepen, onder
tseijl, met een krijsch
„gende scheepen, noch 300
d=os te volgen
maer ware te wenschen
geweest, dat de Totale maght
tot een getal van 12 a 1300
„deert sijn geworden.
gedaen hadden, weder naer het Casteel geretourneert
sijn, ende wij met bovengesz: Schepen ende minder
vaertuijgh, in Godes naeme, uijt Batavias Rheede 'tseijl—
maght van 500 koppen, gegaen, sterck synde, boven de Schiplieden, een nomere
van 500 militaire Coppen, over de Vloote in 10 vaendels
verdeelt, wesende al het gene op Batavia, om die plaetse niet
alteseer t'ontblooten, voor desen tijt is connen bij den anderen
gebracht worden; Edoch hebben haer Ed=e op haer genomen,
staende mette eerste vol„ ende aen Heere Admirael belooft, ons successive met
noch een maght van 300 Soldaten te sullen recreuteren,
dat oock voor al hoogsnoodigh is, aengesien den Maccassar, —
eenen ouden benijder van Comp=s prosperen handel in Amboina„
„soekender
de „ tebellen Amboinesen krachtigh jnvereert, hebbende in—
sijn Rijcke nu al voor de tweedemael achter den anderen,
tot hare bijstandije, machtige equipagie doen laten, daer toe,
omme den selven in sijn voornemen t'obrueren, al een
merckelijcke contra-maght g'expostuleert wort, die te wenschen
ware, dat tot een getal van 12 a 1300 koppen hadde konnen —
koppen hadde connen g'extem g'extendeert sijn geworden, daerjnne, alsoo de constitutie —
des tijts, door het langh tarderen der Vaderlantse schepen,
sulcx niet heeft connen toelaten, nootsaeckelijck patienteren
ende gedult hebben moeten, biddende onderentussen den —
Algoeden Godt, dat hij onsen Leijtsman gelieve te sijn, en
goedertierentlijck te gunnen, wij onsen last, tot sijn heijlige
naems grootmaeckinge, dienst der generale Comp=e
ende consequent genoegen van onse Heeren Meesters
mitsgaders onse eijge besondere eere, wel uijtvoeren
moogen.
Ende
t
Int schip Leeuwaerden desen 8=en Novemb=r 1653.
gaende met het selve ende
de vordere schepen, onder
tseijl, met een krijsch
„gende scheepen, noch 300
d=os te volgen
maer ware te wenschen
geweest, dat de Totale maght
tot een getal van 12 a 1300
„deert sijn geworden.
gedaen hadden, weder naer het Casteel geretourneert
sijn, ende wij met bovengesz: Schepen ende minder
vaertuijgh, in Godes naeme, uijt Batavias Rheede 'tseijl—
maght van 500 koppen, gegaen, sterck synde, boven de Schiplieden, een nomere
van 500 militaire Coppen, over de Vloote in 10 vaendels
verdeelt, wesende al het gene op Batavia, om die plaetse niet
alteseer t'ontblooten, voor desen tijt is connen bij den anderen
gebracht worden; Edoch hebben haer Ed=e op haer genomen,
staende mette eerste vol„ ende aen Heere Admirael belooft, ons successive met
noch een maght van 300 Soldaten te sullen recreuteren,
dat oock voor al hoogsnoodigh is, aengesien den Maccassar, —
eenen ouden benijder van Comp=s prosperen handel in Amboina„
„soekender
de „ tebellen Amboinesen krachtigh jnvereert, hebbende in—
sijn Rijcke nu al voor de tweedemael achter den anderen,
tot hare bijstandije, machtige equipagie doen laten, daer toe,
omme den selven in sijn voornemen t'obrueren, al een
merckelijcke contra-maght g'expostuleert wort, die te wenschen
ware, dat tot een getal van 12 a 1300 koppen hadde konnen —
koppen hadde connen g'extem g'extendeert sijn geworden, daerjnne, alsoo de constitutie —
des tijts, door het langh tarderen der Vaderlantse schepen,
sulcx niet heeft connen toelaten, nootsaeckelijck patienteren
ende gedult hebben moeten, biddende onderentussen den —
Algoeden Godt, dat hij onsen Leijtsman gelieve te sijn, en
goedertierentlijck te gunnen, wij onsen last, tot sijn heijlige
naems grootmaeckinge, dienst der generale Comp=e
ende consequent genoegen van onse Heeren Meesters
mitsgaders onse eijge besondere eere, wel uijtvoeren
moogen.
Ende
t
Bronvermelding
Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland, archieftoegang 1.04.02, Inventaris van het archief van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), 1602-1795 (1811), inventarisnummer 1205, Heren Zeventien en kamer Amsterdam, INGEKOMEN STUKKEN UIT INDIË, Overgekomen brieven en papieren, Overgekomen brieven en papieren uit Indië aan de Heren XVII en de kamer Amsterdam, Overgekomen brieven en papieren uit Indië aan de Heren XVII en de kamer Amsterdam, 1655 RRR. Tweede boek, vervolg
Scan + Transcriptie
Klik op de afbeelding om het te vergroten en de transcriptie ernaast te zien
Kunstmatige intelligentie (AI)
De transcriptie is door de computer gemaakt via automatische handschriftherkenning.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.