Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland
Transcriptie
geberghte, de onse haer te vergeeffs soeckende, ende alsoo onder„
wijle den stroom 't schip, dewijle daer geen ancker grondt
en was, wech dreeff, de Javanen te soecken te veel tijts
behoeffden, hebben d' onse geresolveert de Ionck te verbranden
nemende voorts meede 2: B haeren Nagelen bij de Javanen
geruijlt, ende eenige andere snuijs teringe die aldaer vonden
den Caloudi des Conincx die haer den handel hadde toege„
staen is 7: a 8: dagen daer naer coomen te overlijden
Weijnich dagen naer dit gepasseerde advijseert ons
S:t van Sendt als dat voor Tasana mede een Javaense
Jonck was ten ancker gecoomen, ende dat hij deselve met
de Correcorre hadde doen neemen, ende voor Gnofficquia
doen brengen, In hebbende 14: stucx slaven ende;
slaestjnnen p:r thije swaerden, Matten ende andere
snuijsteringe van weijnich waerden, wij ontbooden hem
hij de Javanen soude doen vast setten, ende de Jonck
doen lossen, 'twelck wij den Coninck die om dien tijt
met den Gantschen Mottucqsen raet booven verscheen,
om onse clachte weegens de amboijneese quartieren aen
te hooren, dewijle ons brieven vanden Heere Artus
Ghijssels van dato 2me. September 1632: met eenige
Tarnataense Correcorren comende wt die quartieren, in
Compe. vanden Sengagie van Gnofficquia waren
geworden, aenseijden, daer bij voegende wij alle de —
vreemdelingen sonder pas Cedel van V: Ed:t hier
verschijnende op soodanige Manieren souden tracteeren,
ende by soo verre sulcx niet en wilde selven souden haer
sonder eenich aensien, levende over boort werpn,
alsoo wij niet van sin en waren, sulckdanige Inbreec¬
kinge jnden handel te verdragen, waeromme men in
toecommende soude coomen over hoop te raecken, gelijck
jn amboijna tot ons leetweesen geschiede, waer op bij
hem geantwoort wiert, wij niet te rigoreus mette —
vreemde handelaers en conde te werck gaen, dat door
haer toedoen de moeiten jnde amboijneese quartier en
waren ontstaen met veel meer andere reedenen hier
te lange, —
Het schijnt dat de vreemdelingen sien inde quantieren
van
3
wijle den stroom 't schip, dewijle daer geen ancker grondt
en was, wech dreeff, de Javanen te soecken te veel tijts
behoeffden, hebben d' onse geresolveert de Ionck te verbranden
nemende voorts meede 2: B haeren Nagelen bij de Javanen
geruijlt, ende eenige andere snuijs teringe die aldaer vonden
den Caloudi des Conincx die haer den handel hadde toege„
staen is 7: a 8: dagen daer naer coomen te overlijden
Weijnich dagen naer dit gepasseerde advijseert ons
S:t van Sendt als dat voor Tasana mede een Javaense
Jonck was ten ancker gecoomen, ende dat hij deselve met
de Correcorre hadde doen neemen, ende voor Gnofficquia
doen brengen, In hebbende 14: stucx slaven ende;
slaestjnnen p:r thije swaerden, Matten ende andere
snuijsteringe van weijnich waerden, wij ontbooden hem
hij de Javanen soude doen vast setten, ende de Jonck
doen lossen, 'twelck wij den Coninck die om dien tijt
met den Gantschen Mottucqsen raet booven verscheen,
om onse clachte weegens de amboijneese quartieren aen
te hooren, dewijle ons brieven vanden Heere Artus
Ghijssels van dato 2me. September 1632: met eenige
Tarnataense Correcorren comende wt die quartieren, in
Compe. vanden Sengagie van Gnofficquia waren
geworden, aenseijden, daer bij voegende wij alle de —
vreemdelingen sonder pas Cedel van V: Ed:t hier
verschijnende op soodanige Manieren souden tracteeren,
ende by soo verre sulcx niet en wilde selven souden haer
sonder eenich aensien, levende over boort werpn,
alsoo wij niet van sin en waren, sulckdanige Inbreec¬
kinge jnden handel te verdragen, waeromme men in
toecommende soude coomen over hoop te raecken, gelijck
jn amboijna tot ons leetweesen geschiede, waer op bij
hem geantwoort wiert, wij niet te rigoreus mette —
vreemde handelaers en conde te werck gaen, dat door
haer toedoen de moeiten jnde amboijneese quartier en
waren ontstaen met veel meer andere reedenen hier
te lange, —
Het schijnt dat de vreemdelingen sien inde quantieren
van
3
Bronvermelding
Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland, archieftoegang 1.04.02, Inventaris van het archief van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), 1602-1795 (1811), inventarisnummer 1109, Heren Zeventien en kamer Amsterdam, INGEKOMEN STUKKEN UIT INDIË, Overgekomen brieven en papieren, Overgekomen brieven en papieren uit Indië aan de Heren XVII en de kamer Amsterdam, Overgekomen brieven en papieren uit Indië aan de Heren XVII en de kamer Amsterdam, 1634 VV. Tweede boek
Scan + Transcriptie
Klik op de afbeelding om het te vergroten en de transcriptie ernaast te zien
Kunstmatige intelligentie (AI)
De transcriptie is door de computer gemaakt via automatische handschriftherkenning.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.