Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland
Samenvatting (ook van de volgende pagina)
Op een avond zag de getuige een man in een zwart jasje met een doek om zijn hoofd tegen de muur staan. De slavin Trijntje kreeg toen de kans om met hem te praten. Toen Trijntje weer binnen kwam, zei ze dat ze zich vergist had en dat hij het niet was. De getuige kreeg argwaan en hield Trijntje in de gaten. Ze zag dat Trijntje met de jonge Karel in het afdak stond te praten terwijl zij zat te eten. Ze ging naar beneden en vond een hoop goud dat Trijntje had ingepakt. De getuige en haar broer ondervroegen Trijntje en Karel. De jongen bekende dat Trijntje hem had gevraagd de grendel van de zolder open te laten als ze ging slapen, zodat ze met haar spullen naar beneden kon komen. Trijntje gaf toe dat Mensink haar had aangeraden om weg te lopen. Hij zou haar ergens heen brengen waar haar eigenaar haar niet zou vinden, maar hij wilde haar niet zonder bezittingen meenemen zoals de vorige keer. De getuige liet Trijntje de volgende dag opsluiten. In de gevangenis kreeg ze tabak en peperkoek van Gerrit, de jongen van Mensink. Hij liet haar weten dat ze niet lang vast zou zitten omdat hij haar zou vrijkopen, waar ze ook verkocht zou worden.
Transcriptie
op seekeren Avond met desselfs Jongens; wederom
omtrent d=e deur swervende zij depos=te hem in't
oog heeft gekreegen, wanneer hij regt over haur de
in zijn swarte Camisool, met een doek om't
hooft, teegen de muur stond, waar op zij depost
meenende dat hij naar buijten was, de slav in trijnt
occagie heeft gegeeven, om met hem te spreeken
zonder te weeten dat zij hem al gewoorschouwt la
dat trijntje hem daar op is gaan spreeken, en
„kort daar aan weeder binnen koomende; gesegthe
dat hij 't niet geweest was, en zij deposte qualijk
gesien had, dat zij Eenige quaad agterdogt krij
„de trijntje in't oog heeft gehouden, dat Trijntje
met de jonge Caarel in't afdak, terwijl zij de post
zat. en at, beesig waaren te praaten, tij een zij d
hoorende, na beneeden in't afdak is gegaan,
vindende een parthij goud vande slavin trijntje
bij den anderen gepakt, waarop zij depos=t en h
broeder, die slavin en d' E. Jonge Carel hebbe
voorgenomen, en gevraagt wat se met den an
ren hadden geprant, daar op de jongen heeft
geconsesseert dat de slavin trijntje hem had ver
„sogt, dat wanneer hij de grender vande solder sa
de toe doen, als zij ging slapen, in plaatse van
die toe te doen, deselve dan open soude laaten staan
op dat zij dan zoo weeder beneeden zoude konnen
koomen, om met haar gepakte goedje te sugve
dat trijntje vervolgens heeft beleeden, dat gem
mensink haar had aangeraaden, om weeder weg„
Loopen, en dat hij haar wel op een plaats zoud
brengen, dat zij de poste haar niet Ligt weeder
zoude zien, dog dat hij haar zonder goed gelijk
voorige rijs, niet begeerde te hebben, en datse dierh
„ven haar plunje bij den anderen had gepakt, door
hij de pos=te gem: slav in Trijntje, des anderen daags
daar op inde trouk heeft laaten setten, alwaar
zij volgens haar seggen, met tabacq, en peeper„
„toek door de jorige van gem. mensink, gerrit
is onderhouden, en haar ook laaten weeter„
datse met lang behoefde te weesen, zij wierd ver„
„kogt waarse verkogt wierd, dat hij ze weederom
zoude koopen, dat sij depos=t toan meening zijnd
haar aan
omtrent d=e deur swervende zij depos=te hem in't
oog heeft gekreegen, wanneer hij regt over haur de
in zijn swarte Camisool, met een doek om't
hooft, teegen de muur stond, waar op zij depost
meenende dat hij naar buijten was, de slav in trijnt
occagie heeft gegeeven, om met hem te spreeken
zonder te weeten dat zij hem al gewoorschouwt la
dat trijntje hem daar op is gaan spreeken, en
„kort daar aan weeder binnen koomende; gesegthe
dat hij 't niet geweest was, en zij deposte qualijk
gesien had, dat zij Eenige quaad agterdogt krij
„de trijntje in't oog heeft gehouden, dat Trijntje
met de jonge Caarel in't afdak, terwijl zij de post
zat. en at, beesig waaren te praaten, tij een zij d
hoorende, na beneeden in't afdak is gegaan,
vindende een parthij goud vande slavin trijntje
bij den anderen gepakt, waarop zij depos=t en h
broeder, die slavin en d' E. Jonge Carel hebbe
voorgenomen, en gevraagt wat se met den an
ren hadden geprant, daar op de jongen heeft
geconsesseert dat de slavin trijntje hem had ver
„sogt, dat wanneer hij de grender vande solder sa
de toe doen, als zij ging slapen, in plaatse van
die toe te doen, deselve dan open soude laaten staan
op dat zij dan zoo weeder beneeden zoude konnen
koomen, om met haar gepakte goedje te sugve
dat trijntje vervolgens heeft beleeden, dat gem
mensink haar had aangeraaden, om weeder weg„
Loopen, en dat hij haar wel op een plaats zoud
brengen, dat zij de poste haar niet Ligt weeder
zoude zien, dog dat hij haar zonder goed gelijk
voorige rijs, niet begeerde te hebben, en datse dierh
„ven haar plunje bij den anderen had gepakt, door
hij de pos=te gem: slav in Trijntje, des anderen daags
daar op inde trouk heeft laaten setten, alwaar
zij volgens haar seggen, met tabacq, en peeper„
„toek door de jorige van gem. mensink, gerrit
is onderhouden, en haar ook laaten weeter„
datse met lang behoefde te weesen, zij wierd ver„
„kogt waarse verkogt wierd, dat hij ze weederom
zoude koopen, dat sij depos=t toan meening zijnd
haar aan
Bronvermelding
Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland, archieftoegang 1.04.02, Inventaris van het archief van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), 1602-1795 (1811), inventarisnummer 10997, Kamer Zeeland, INGEKOMEN STUKKEN VAN DE KANTOREN IN INDIE BIJ DE HEREN XVII EN DE KAMER ZEELAND, Stukken van de gouverneur en raden van Kaap de Goede Hoop, Kopie-criminele processtukken van de Raad van Justitie van Kaap de Goede Hoop, 1713
Scan + Transcriptie
Klik op de afbeelding om het te vergroten en de transcriptie ernaast te zien
Kunstmatige intelligentie (AI)
De transcriptie is door de computer gemaakt via automatische handschriftherkenning.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.