Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 10960, pagina 773

Lra M:
gereeden was, na de plaats van Iacobus Meijburg
sig vervoegt, en teegens derselven onder anderen,
gesegt hebbende: dat hij, als sijnde een smit,
en Daniel genaamt, van Stephanus Sebasti„
„aan Walters quam, alwaar hij koolen gekogt
had, 's anderen daags, ten aansien hij des Gevns
Paard ter ader gelaaten had, en daarvoor niets
praetendeerde, aan het soontje van hem meijburg
de door hem ged=e van den Voorged:t Willem
Hartkamp gestolene silvere schoe Gespen
vereert heeft. —
Waarna hij Gern, synen Cours na de plaats
van de weed„mw Gilderhuijsen bij de zaldanhabaaij
geleegen, genoomen, en aldaar bij sin komst
aan den op die Post als knegt leggenden soon
dier weed:we versogt hebbende, dat hij hem Gern„
die een smit was, en sijnen winkel bij de weed=
Poul Iordaan had, tog voor een nagt
herbergen wilde, alsoo hij Ged„e daar maar
Voor plaisier wat quam kuijeren; van hem
Gildenhuijsen niet alleen daartoe permissie
bekoomen, maar ook daarop 'sanderen
daags hem Gildenhuijsen nog vergeselschapt
heeft, naar de omtrent den Massenberg, ge„
„leegene plaats van den Landbouwer Jacobus
kloete; dog alwaar hij Gev:n niet langer
als tot 's nademiddaags gebleeven is
gemerkt hij Gev:n als doen op het vernee„
„men, dat den Voorm: Gildenhuijsen daar
blijven wilde, sig stilletjes, seekerlijk om
geene voor hem Gev„n soo voordeelige kans
Voorbij te laaten slippen, van daar na
E
de
.
nd