De rechtszaak ging over landbouwer Frederick Bota die de slavin Eva van de Caap had doodgeschoten. De slavin was eigendom van landbouwer Harmanus Steijn. De zaak werd op 13 januari behandeld. De Raad besloot namens de Staten-Generaal van de Verenigde Nederlanden dat Frederick Bota veroordeeld werd tot:
Dit vonnis werd uitgesproken in het Kasteel de Goede Hoop. Op 10 februari 1746 kwam de rechtbank weer bijeen onder leiding van Rijk Tulbagh. Jacobus Moller en Cornelis Celders waren afwezig wegens respectievelijk ziekte en andere bezigheden. Ook werd een zaak behandeld tussen aanklager Pieter Reede van Oudshoorn en burger Abraham Leever.
Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland, archieftoegang 1.04.02, Inventaris van het archief van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), 1602-1795 (1811), inventarisnummer 10945, Kamer Zeeland, INGEKOMEN STUKKEN VAN DE KANTOREN IN INDIE BIJ DE HEREN XVII EN DE KAMER ZEELAND, Stukken van de gouverneur en raden van Kaap de Goede Hoop, Kopie-criminele rollen van de Raad van Justitie van Kaap de Goede Hoop, 1746
Zoek uw voorouders en publiceer uw stamboom op Genealogie Online via https://www.genealogieonline.nl/