Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 10908, pagina 187

want het is wel zeeker dat hij den deegen heeft
getrokken, zoo men maer ziet op de conditie
van zijn Perzoon.
Te meer, om dat valenteijn ter het heeft gezien
en met eede verklaart.
Den corporael getuijgt gezien te hebben dat hij
zijn deegen heeft opgesterken.
En den gev:e bekend bij zijn Antwoord, op de 17:e vraa„
ge gedaen, den deegen op het geroep van den
soldaet xer, opgesteeken te hebben, vermits de
zelve uijt de scheede was gevallen
Het geene binnen zoo kleene distantie onmogelijk
kan zijn, dat dezelve, daer ten eenemael zoude
kunnen uijtgevallen zijn.
'T geen dan niet verder, als in quantum pro be„
hoorden aengenomen te werden,
En den ged:e g'oordeelt schuldig te zijn, aen het
geen hem door den eijss=r ten Laste gebragt
werd.
En overzulx, volgens de krijgswetten strafbaar,
Conform het 28=en art: van den articulbrieff
onzer Landen, is den ged:e voor zoo verre het
eerste Lit aengaet, de dood schuldig.
Aangezien het voorsz: articul dicteerd.
Dat een soldaet (gelijk den ged:e niet in gagie
nog tractement, maer in bediening moet
g'oordeelt werden te zijn) die van zijn schilt„
wagt, bij dage of bij nagte zal gaen, daer
hij bij zijnen corporael of rotmeester gesteld
zal zijn, zonder bij den zelve daer of geroe„
ven, ofte verlost te zijn, zal metter dood ge„
straft werden, zonder genaaden.—
-
1