Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 10062, pagina 91

83
Den 11'. februarij 1760.
En wat de timmerlieden en oeliammers betreft, melt
de ondergetekende dat er zedert p=mo 7ber: 1758. tot ult:o
9ber: 1759. d' eene maand door d' ander getelt 10. mal„
labaarse timmerlieden en 4. ochiammers aan de
reets gemaakte afsuijten hebben gewerkt, behalven
zedert p=mo maart anni courantis, wanneer de
ondergetekende een Europees en bij gekregen heeft; dog
dat 'tt heen ommogelijk is om al het geen, dat er
nog vervaardigt moet worden, en 't welk hier
boven aangetoont is, met Mallabaaren zo schie„
lijk, of voor ult:o aug:o anno aanstaande te voltooijen
nog ook eene nette calculatie temaken, schoon hem
nog zo veel volk, als men hier zal konnen op„
schommelen, wierden toegevoegt, en zulx uijt hoof„
de van de weinige kennisse, die zij van dat werk
hebben, als verstaande zig maar alleen op het
laboreeren, buijten die geene, die thans bij de
artillerije werken, in zoo verre de besten, egter
nog weegens hunne luij en traagheid niet waar„
dig zijn dat zij de plaatse betreeden, waar op
zij werken, weshalven is na des ondergetekendens
gering oordeel niet ondiensig zal zijn dat men
6. of 8: Europeese timmerlieden van colombo
verzoeke, wanneer de ondergetekende kans ziet
90
om met deselve en de voorsch: Mallabaaren nes„
sens 8. deliammers al het nodige voor ult:o aug=o
anno aanstaande klaar temaken
tot 't beslaan van de bovengem: affuijten en
willen zijn van naden circa
25000. lb: ijsers als.
15000. lb: affuijt plaat d=o en
10000. „ vierkante staal d=o van —½ tot
1½ duijm dik
waarmede