Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 10019, pagina 14

in de Baij geankerd leggend schip Huijsduijm
DE: Ahij Simonse koek, tot het toetuijgen van
gem: Bodem, om de rijze na Europa te onder„
„neemen, zoo heeft den ondergeteekende deesen uwel„
„ Edele Agtb: te berigten, dat tot het toetuijgen van gev:
Eijsch diend verstrekt te werden het geen bezijden
hetzelve aangeteekend is.
waarmeede de ondergeteekende de eer heb met alle
hoog agting te zijn - /:onderstond:/ Wel Edele,
Achtb:, Gebiedende Heer, uwel Ed: Achtb:
onderdanigen Dienaar /:was geteekend:/
L:s items /:in margine:/ Gale den 28 De„
„cember 1789:—.
zoo is goed gevonden en verstaan de gebreeken aan voorm:
bodem, die als hoog noodig geagt en bij de ingediende
Rapporten en beeedigde verklaring opgegeeven zijn, met
al wat er nog mogte voorkomen, dat noodzaekelijk be„
„vonden word, daedelijk te laeten onder handen neemen
en voorsien, de koks, Botteliers, kuijpers en smits
behoeften te laeten vertinnen en repareeren, dog zoo er
eenigen derzelven voor onbeq: opgegeeven en ook
zoodanig bevonden mogten worden, om daer voor
nietuwe teworden verstrekt, dan van de overheeden
Berigt te vorderen zeedert wanneer eijgentlijk gedagte
onbequaame en onbruijkbaare goederen in gebruijk ge„
weest zijn, op dat Conform de leggende orders, daer
over naar bevinding geoordeeld en ter verstrekking
van anderen insteede van onbequaamen gequali„
„ficeerd kan worden; Het hollandsch swaar Anker
Touw, dat, volgens eene door de overheeden inge„
„diende verklaaring, voor een gedeelte onbequaam ge„
„raekt is en dus tot verder gebruijk daar toe niet diens„
„tig geagt word, te laeten aan de wal brengen, om
naa voorgaande Bezigtiging door des kundigen
ter ontwaering tot wat Eijnde het eijgentlijk ge„
„bruijkt kan worden daar op te worden gedisponeerd;
en intusschen een vijgertouw van gelijke Dikte aen
de overheeden te laeten verstrekken, en ook de ge-eijsch„
„te Benoodigdheeden, zoo verre de E: Equipagiemeester
Items bezeijden den ingedienden Eijsch noodig geoor„
„deeld heeft, dog geene verwen en andere ge-eijschte,
daar de overheeden te Batavia van voorsien zijn,
en het benoodigde Zijldoek Circa 310. Ellen en Bried
Everdoek 92. ellen tot het verstellen van de repara„
zoo
„bele zeijlen te laeten verstrekken, zook de nieuwe
zijlen insteede van de ten eenemaale onbeq: be„
weest
vondenen