Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 9046, pagina 15

L. en R. wy vervolgens hebben
opgenomen en gesloten.
Gelyk wy ook hebben gedaan ten
opzigte var de beyde Rekeningen
van Mr: L. M. van den Heuvel, als
Rentmeester der Gereformeerde
Latynsche Schoolen voor de jaren
1774 en 17 75, zynde hier aghter ge„
quoteerd S. en 9.
En eyndelyk de Reekening van
P. Roux, als Rentmeester der
pieuse goederen, genaamd den Grooten
Heyligen Geest, mitsgaders de
Leproosen, St. Nicolaas en Catherine
Gasthuys, wegens den overschot der
Judivise Reekeningen, beginnende
met Andrae 1773, en eyndigende met
Andrae 1775, hier agtergevoegd sub
litera 1.
Alle welke reekeningen wy vol„
koomen in order hebben bevonden,
als meede, dat daar omtrend aan
Uw Hoog Mogende Resolutie was
voldaan.
Art. 8.
By het examineeren der Reeke, Gemelde Heeren Haar Hoog
ningen hebben wy naauwkeurig Mogende Commissarissen
agt gegeeven op de observantie
van het 33 Capittel der Re„
oessen.
Ons op de observantie van het
gestatueerde by dit Articul
hebbende geinformeerd, hebben
wy bevonden, dat de daar by
bepaalde regaliteit niet na be„
hooren wierd in agt genoomen.
waarom wy dan ook daar tegens
voor het toekomende hebben
voorzien, gelyk blykt uyt de
Resolutie ten dien opzigte door
ons uitgegeeven, waar van Copie
hier agter gevoegd is onder de
letter V.
12.
Deciseurs zullen in het examineeren
en opneemen van de Reekeningen
daar op letten, dat geobserveerd moge
worden het geene, dat gestatueerd
is by het 33 Capittel der
Recessen.
Art. 9.
En nademaal te Maastricht Vier
en Lestig arme huisjes zyn, daar
van de dispositie ten deele aan de
Regeering competeerd, en ten deele aan
de Regenten van de Godshuyzen, zul„
len haar informeeren, of in het
bestellen van dezelve de egaliteit
tusschen die van de Gereformeerde
en die van de Roomsche Religie
word geobserveerd, zoodaanig, dat
van ieder een egaal getal met de
voorn: arme huysses werde gebene„
ficeerd, en daar in eenig manquement
bevindende tot nadeel van de
Gereformeerde, zullen dat behoor„
lyk doen redresseeren.
Art. 10.
De Magistraat heeft ons zullende vooral doorgaans
verzeekerd, dat dit Articul letten, dat de Magistraat
naauwkeurig word naargekomen, daar toe gehouden word, dat