Browse transcripts » National Archives / Archives South Holland

archive access 1.01.02, inventory number 9024, page 14

Art: 8.
bij het 36e. Capittel der
recessen
Art: D.
Uijt de gerequireerde informatien. Ende nademaal te Maes„
hebben wij vernomen, dat inde tricht, vieren sestigh arme
Verdeelinge der gementioneerde huijsjeszijn, daar van de
Arme huijsses, tusschen die vande
dispositie, ten deele aan
Gereformeerde, en die van de
Roomsche religie, een behoorlij, de regeeringh competeerd, ende
,sie regaliteijt werd onderhouden ten deele, aan de regenten dan
de Godshuijsen, sullen haar
informeeren, off in het bestel„
nlen van dezelve, de egaliteijt
tusschen die vande gere„
formeerde, en die van de
Roomsche religie overdonder„
,houden, soodanigh, dat van
ijder een egaal getal, met de
voors: arme huijskens wverde
gebeneficeerd, en daarinne
eenigh manquement vindende
tot nadeel dan de gerefor„
meerde, sullen dat behoor„
lijk doen redresseeren.
Art: G
Art: 9.
De magistraat, heeft ons ter Sullende voor aldoorgaens
onzer requisitie geinformeerd,
letten, dat de magistraet
dat den inhoud van deesen
daer toe gehouden werd,
articul, zoo veel eenighents mo„
,gelijk is word nagekomemende dat de persoonen vande
exactelijk geobserveerd.
gereformeerde religie wer„
den gepromoveerd tot mees„
sters vande ambaghenen
regenten van godshuijsen,
tot de Keuze van de Ma„
gistraet staende.
Art: 30.
D.Art 18.
Ons is jult voorgekomen, dat De Heeren Commissaris„
de praeminentien, reglenen sen van deesen Staet, sul„
authoriteijt van U Hoogh Mog, len voorts letten, dat alom„
ergens in werden te Kort gedaen, me de praeeminentien, regt„
en wij hebben voor onsvertres en authoriteijt van Haar
aende brabantscha Magjstnat Hoogh Mog: werden gecon„