Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 8367, pagina 19

profite dese oberinge weinge daegen tot Ceulen soude
gebruijcken.
derselven dach ben ter predicatie geweest bij de
hertoginne van Nieuborg die een dochter is vande
hertoch van Sweijbruggen & Suster oorden Coninck
Frederick van Bohemen, sijnde waer seventien
ioer out & alleenl geaccompagneert met een
ven ouden hoffmr een wedue hoofmeesterin &
twee Jonclvrouwen van gereformeerde religie
met vijf of ses soo diaeren of maegden boven
dewelcke haere F: D: niemant en mach in haer
dienst nemen, gel oock alle oreemde geweert
worden uijt de vs predicatie, naer dewelck
ick deselve in een camer hebbe geleit dicht daer
bij sijnde, & heeft haere F. E. mij seer vrijmoden
van veele saeclen onderhouden, in presentie van
vs haere hoofmeesterin, Geduijrende de vs
dagen dat ick tot Dusheldorp stelle ben geweest
heeft den H: g: hertoch veele discoursen met wij
gehouden over & buijten Ftafel, diclwbils gedispi
teert van religie, & mij veel vhaelt van cor:
sideratien op dit sijn huobel, van sijn vorich huw
lijck met Beieren, sijne v'onderinge van religi
hoe hij deselve voor den hertoch sijnen Voeder
vborgen, gedeguiseert, & naer desselfs doot, in de
Cappelle van Nieuborgh tegens sijn vrouwoeden
daecl, & eijntl in't geheel hertochdom ingevoert
hadde, hebbe oock desen dach mijn afscheit wesen ier
ten huijse van den welg: Stadthouder den Baron van
Wonsheijm, & Gulickschen Maerschalck der
Baron Spirirck, hebbe aldaer geleert dat den
brieff die den hertoch van Nieuborg aen ceuro: ges
hadde, bij hun heer geschaeft was, & dat S. V. D. an=
=dersints tot Ceulen niet anders dan met groot mis„
voegen soude gecommen hebben, hoewel den brief noch
in picquante termen gevouchstont.
een x. februarij mits de wenichfuldige affoiren is
niet eer gereert geweest den H. g. hertoch als noer
bij den middach & bez alsoo met den Baron van Wousheim
& Spierinck In sijn carosse tot dat obij de rieviere sijn
overgevaeren geweest, sijnde den Prince met ettele.
Edelluijden te peerde geweest tot aende vs riviere,
alwaer den hooggeme. hertoch sijne lijfgarde te peerde
& ettele. te voet, om de wegen te ondecle hadde van
s'morgens orouch doen ouversetten, sijnde selfs geaccom=
pagneert met een suite van over de hondert per„
hoonen, & alsoo den H. g: hertoch depeschen had ontfangen
uijt Nieuborg, soo is deselve bij sijne nieuborchse raden
op een ander carotse gegaen om met desela aldaer
te besoigneren, & sijnde den obech redel boos & devoor„
ten sluijtende op een seecker uijr precisel, heeft men
vooren uijt moeten herden om de poorten open te houden.
een vierendeel uijrs van Stadt sijn der twee carothen
van cheuro: mijte gemoet gehouden, & heeft wij de heer
van Gereshooen & Topbothe Tot Tolouse Jon.
Guilliaume ketzgen van wegen deselve beobilli=
compt, geaccompagneert sijnde met eenige Edel
=lieden, & ben alsoo uijt de Carotsen van hoochgede. hertoch
van Nieuborg overgetreden in die van hoochged: Ceuro:
nemende mijn afscheit van hoochged. hertoch, & be„
alsoo gevoert in een Cononix huijs, staende op dons„
=kerck hof ofte plein t'welck met nieuwe goude leeren
van hollant gestoffeert, & geheel ledich was, sijnde
den vs Cononiack met sijne familie absent, & aldaer