Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 8236, pagina 8

Die van Utreckt heeft haare gehoudentheid ten
grootsten deele gecontradiceert, en het is aan
U Hoog Mogende bekent, wat moeijte en kracht
van reelenen bij de laatst voorgaande Generaale
Petitien sijn aangewend geworden om hooggemelde
Provincie, nas't mooglijk, van haar ongelijk te
overluigen. Thans heeft de Raad het genoegen
van door U Hoog Mogende Resolutie van den 28
November laatstleeden geinformeert te syn, dat
lussen de Provincie van Utrecht ende geinteresseerde
Collegien Schikkingen sijn beraamt, naar door de
differenten sijn vereffent, en de Raad in Staat gested
om den langduurigen strijd, hier over ontstaan,
mits deesen te termineeren. Het geval heeft
gewilt (so als de Raad verder geinformeert is, dat,
als wanneer de Heenen Gecommitteerden uit de voor„
,schreeve Collegien hier over bij anderen waren, de
Provincie van Stad en Landen een half jaar dubbelde
interessen van haar agterstand, waar van sy nog
maar een jaar in 1753. en zedert niets betaald
had, herwaerts heeft overgesonden; het welk vervol„
,gens aanleiding gegeven heeft, dat welgemelde
Heeren Gecommitteerden, dit gunstig geval captee„
=rende, gesamentlyk aan de Heeren Staten van
hooggemelde Provincie geschreeven hebben een
missive van danksegging, en daar by, met bebachte
van redenen, in overweeging gegeven, of niet geraden
souden vinden, dat met de Collegien een arrange„
„ment wierde geconcerteert nopens de finale kwyting
van den agterstand, waar in by de Collegien so
veel rekkelijkheid soude worden getoont, als de
Provincie op gronden van billijkheid soude mogen
verwagten. De Raad wenscht vuriglijk,
dat deese missive van Vrucht mag sijn om hoog„
gemelde Heeren Staten te permoveeren tot aggreatie
vandien voorslag, en dat, so eerder, so beter, de
onderhandeling mag worden aangevangen en een
finale schikking tot wedersijds genoegen rastgesteld.
Seker is het, dat een betaling van dubbelde interes„
„sen, die Stuksgewijse en met intermissie van een
so groot getal van jaaren geschied, daar sy van en
met het jaar 1751. jaarlijks had behooren gedaan
te worden, nog het belooft effect tot onderstand van
de Collegien presteeren, nog de Provincie libereeren
kan, en het is dienvolgende een klaare saak, dat
beider interest medebrengt, dat de volkome kwyting
van deese openstaande schuld door reciproque
toegeventheid op een voet van rigtigheid werde ge„
„bragt. De Raad versoekt de Heeren Staten
van Stad en Landen op deese wedersijdsche belangen
acht te willen geeven, en sij herhaalt ter deeser ge„
,legentheid het versoek, dat sy te meermaalen aan de
Heenen Staten van Vriesland op dit respect heeft ge„
,daan. Sy laudeert, dat hooggemelde Heeren
Staten haar Schuld aen het Collegie, in haare Provincie :
12: 8