Browse transcripts » National Archives / Archives South Holland

archive access 1.01.02, inventory number 8222, page 13

maar dat een tweederleg, Oorlog tussen deselve is ontsaan„
dat de natuurlyke geallieerden van den Staat, ieder af„
sonderlyk, als principale partijen in deese respective oor„
logen syn Geengageert, en dat sy ieder afsonderlyk sig
bevoegt achten om te reclameeren de executie der Tractaten,
die tusschen haar en U Hoog Mogende Stant grijpen;
dat de Barriere=plaatsen open leggen en dat de Oostenrijksche
Nederlanden, de voormuur van de Republycq, van Troupes
syn ontbloot; dat het territoir van den Staat omringt is
van de territoiren der oorlogende Mogentheden, en dat men
veel eer reden heeft van verwondert te syn, dat de oorlog tot
nog toe op de grensen van den Staat niet word gevoert als van
sig te flatteeren, dat deselve van daer geëloigneert sal
blyven; en laatstelyk, dat geene de minste hoop van concilia„
tie sig tot nog toe opdoet.
Haare Hoogheid en de Raad verwagten geene andere tegen„
werking als de beswaarde toestand der Financien, en tot haer
hertelyk leetwesen moeten sy erkennen, dat deese toestand
haare bekommering verswaart. Maar van twee kwaden
moet het minst gekosen worden. De Vraag is, of men
sig niets soude te verwijlen hebben, indien de Republycq
verloren ging, om dat men niet had kunnen resolveren
de Financien verder te beswaren en aan de goede Inge„
setenen, die men moet onderstellen, dat het behout van
het Land en van haer selve ter harte gaat, te vergen„
dat sij opbrengen het geen tot haare Veiligheid word ver„
,eischt. Waar dat men hier op denkt moet men„
te werk gaan. Daar syn meer tyden geweest,
dat men efforts heeft moeten doen en dat men sig
heeft moeten getroosten den last daar van te dragen
om geen gevaar te lopen van alles te verliesen.
Op deese gronden versoeken haare Kening„
lyke Hoogheid en de Raad van State, dat de
Militie, die thans en dienst is, mag werden
aengehouden en dat de Doondgenoten gerust
heid des aangaande aan U hoog Mogende
geliesen te geven door spoedige en gave
consentenlie te brengen 1n de Staetten van
Oerlog voor het aanstaende jaat, die nesens
deese Generale Petitie aen U Hoog Mogende
werden gepresenteert; verdagt synde, dat de
consenten volgens U hoog Mogende resolusie
van den 25 April 1663 gehoude. moeten
werden voor gedragen, in dien die voor den
tienden May naastkomende niet enge„
bragt mogten zyn, en dat immiddels ordre
behoort te werden gestelt op de betaling
des soldyen en andere posten, die scr. des len„
fusie te veroersaaken niet stil ken staan.
En sy versoeken daar benevens, dat de Heeren
Steicten van Gelverleerd, Holland en West- Tres„
land, Zeeland, Utrecht en Vriesland haare
deliberatien gelieven voort te setten op het
Advis ders hoogstgedagte haare Hoogheid
na overleg met den Raad van Stale geformeert
en ttongedanin aan U Hoog Mogende overge„
levert op den 9 Julii 1755, ten deerende tot
eene augmentatie van de Militie met
1092 paerden en 13450 hoofden, en paate
Resolutien ter Vergadering van 21 Hoog