Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 8078, pagina 9

prompt furnissement van penningen sullen dienen te
resolveren, off andersints sal men in allerleij defecten
ende incourenienten komen te vervallen, daer den
raedt sigh onschuldigh van willende houden, ampt
en plichts halven niet en heeft konnen noch kan
naerlaten U. Ho:Mog: hetselve op het
alderserieuste te remonstreren.
Welcke poincten bestaen inde voorsieninghe ende
onderhout vande fortificatien, inde provisie van
vivres ende Ammunitie van Oorloghe, inde Magasijnen
inden voorraet van het Canon ende Affuijten, daervan

in alle quartieren doorgaens min ofte meer
gebreck is, ende in eenighe vandien soo groot, dat
die bij onverhoopten toeval niet en souden konnen tegen„
,houden, ende alhoewel bij den Raedt geduijrigh alles is
bijgebracht, wat eeniger maten van hare directie
geweest is, ende dat die noch in haren goeden ijver
onverdrietigh wil perserereren, soo kunnen U.
Ho:Mog: seer licht affnemen, dat alle de toevallen
opverre nae niet en konnen gedresseert werden uijt
de middelen van ‛s Landts Comptoiren, ofte van
die gene dewelcke op den Staet van Oorloghe
tot laste vande provintien gebracht sijn,
Ende als den raedt bij alle bedenckel devoiren
daerontrent heeft gerigileert, om van ijder
vandien te becomen dat gene daertoe sij sigh bij hare
respective Consenten hebben verbonden, ende die
voorsieninghe verder heeft ghedaen, om U. Ho:Mo:
tijdelijck vande ongemacken te waerschounen ende
de remedien van redres ende verbeteringhe bij
petitie voor te stellen, ende dat sij tot noch toe
soo ongeluckigh sijn, dat aen die devoiren niet
gedefereert, de consenten niet gedragen, off wel
gedragen sijnde, niet gefurneert worden, Soo willen
sij ten minsten dat vertrouwen van U. Ho:Mog:
gewoonlijcke discretie, dat ingevalle eenige onheijlen
den Staet mochten overcomen, hetwelcke Godt genadelijck
gelieve te verhoeden, het hun niet en sal konnen worden geimputeert
Om vande post vande fortificatien een aenvangh te maecken,
weeten U. Ho:Mo:, dat deselve bij tijden van Oorloghe
is geweest op iijcm ponden jaerlijcx, en bij gevolghde
vredighe tijden vermindert op clmn. ponden, ende eijndel
op hope ende gegeven versekeringhe van prompt furnissement
op lxxvm ponden, U. Ho:Mog: konnen lichtelijck oordeelen
dat met die geringe Somme tot verlichtinghe vande
provintien soo ten uijtterste geretrencheert, van dewelcke
borendien noch eenighe in gebreke gebleven sijn, van hare
consenten te voldoen, niet volkomen heeft konnen uijtge„
„voert werden, alles wat tot de fortificatien specteert
vande Eemse aff tot ende langhs den Yssel, Rhijn,
Wael, Maze, Schelde ende in Vlaenderen gelegen,
ende dat daermede tegen de apparente ende te
apprehenderen toevallen, mitsgaders tot de extraordinarise
reparatien daertoe vereijst, niet en heeft konnen versien worden
waeromme den raedt in het jaer 1666. dien post weder
genomen heeft op ijclen ponden, ende tot noch toe
deselve redenen van gebreck, ende nootsakelijckheijt niet
ophoudende, jae dat eenighe provintien weghens onderlinghe
pretentien ende accrochementen, de penningen tot die
wercken, dewelcke soo nootsakelijck voor de conservatie
van ons Vaderlandt sijn, inhouden, en op des raedts
assignatien niet betalen willen, soo dat jeghenwoordigh
op Actens van versoeck geen bestedinghen meer te doen
sijn, ende dierhalven den raedt gedwongen sijnde alles
uijt hare Cassa te becostighen, deselve daer door soo
verachtert is, dat ingevalle de provintien noch langher
in gebreke blijven, sij eijndelijck genootsaeckt sal sijn,
alles te laten leggen, ende de fortificatien tot grooten
ondienst vanden Staet te abandonneren. Waeromme
den raedt meent, dat dese voorn: defecten, ende het
gene den Staet bij dese conjuncture van tijden schijnt