Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland
Transcriptie
te zijn, na rato van het verlies, aangesien ud
Hoog Mog: Ligtelijk zullen begrippen, dat vande
Westindische Compagnie niet is te vergen, deelgenoten
te werden in den naciganten handel, en waar omtrend
dezelve daar on boven, op allerlije wijzen dende kunnen
werden gefraudeert.
Den Supplianten vierde Versoek, om verlenging van
tijd, die hunne scheepen, na africa gedeslineert mogen
uytblijven zonder te vervallen in napaemien beuinden
wij niet geheel en al buijten reeden en billijkcheijt, en
mogen derhalven ook wel lijden, dat tot encouragement
van dien Vaart, en om de Nauiganten in Cao van Lang„
,duxige reijsen in hunne Schlaadens te gemoet te komen
in den Supplianten versoek in zoo verre bewilligt werde
dat in opzigte van Scheepen, konter dan zeeventig voeten,
gebleven werdende bij den tijd, en het vierde Articul van
het reglement van den Jaxe 1734, bepaalt, en mitsdien
van sesthien Maanden, voot Scheepen dinect vande
kusten van Afica aepatrieerende, en voor die geene
welke oversteeken op Amenca, van twintig Maande„
aan scheepen lang Leeventig en beneden tagtig voeten,
agthien en Twee en Twintig Maanden, en aan Schepen
van Tagtig Voeten, en daar boven tuintig en vier en
Tuintig
Tunstig Maanden respectie geauordeert werden, behoudens
dat de schippers na hun repatrieeren, bij behoorlijke
beëedigde Verklaringen zullen moeten doen blijken
dat zij in het geheel of ten deele, direct of indirect
geene twee Voijagien, op een en het zelve Paspoort
hebben gedaan.
Op der Supplianten laaste Versoek om permissie te
bekomen, tot den Vaant en Handel op eenige plaatzen,
geleegen opde kuste van Affica, ter inhandeling van
Hout en andere klijnigheeden, onder betalinge van
veel mindere Lastgelden als de ordinaire, hebben wij
onse consideratien, en Vreeze dat, onder pretext van
dien handel, de Westindische Compagnie grotelijks
zonde werden gefraudeert; in ons meer voorn: hier
bij gevoegde berigt op de requeste der Rotterdamie
hooplieden, bereijds aan haar Ed groot Mogd: gecom„
,municeert, en waar aan wij de Vrijheijt neemen ons
te nefeneeren.
Vervolgens overgaande tot den Suppliandten bezwaar„
ynissen, nopensl den handel op America, komen ons
voor in de lexste plaatze klagten dat door deEngelsche
in de Colonien van den Staat slaven werden aange„
„bragt, en het welke de Supplianten vermeenden, dat
geheellijke
Hoog Mog: Ligtelijk zullen begrippen, dat vande
Westindische Compagnie niet is te vergen, deelgenoten
te werden in den naciganten handel, en waar omtrend
dezelve daar on boven, op allerlije wijzen dende kunnen
werden gefraudeert.
Den Supplianten vierde Versoek, om verlenging van
tijd, die hunne scheepen, na africa gedeslineert mogen
uytblijven zonder te vervallen in napaemien beuinden
wij niet geheel en al buijten reeden en billijkcheijt, en
mogen derhalven ook wel lijden, dat tot encouragement
van dien Vaart, en om de Nauiganten in Cao van Lang„
,duxige reijsen in hunne Schlaadens te gemoet te komen
in den Supplianten versoek in zoo verre bewilligt werde
dat in opzigte van Scheepen, konter dan zeeventig voeten,
gebleven werdende bij den tijd, en het vierde Articul van
het reglement van den Jaxe 1734, bepaalt, en mitsdien
van sesthien Maanden, voot Scheepen dinect vande
kusten van Afica aepatrieerende, en voor die geene
welke oversteeken op Amenca, van twintig Maande„
aan scheepen lang Leeventig en beneden tagtig voeten,
agthien en Twee en Twintig Maanden, en aan Schepen
van Tagtig Voeten, en daar boven tuintig en vier en
Tuintig
Tunstig Maanden respectie geauordeert werden, behoudens
dat de schippers na hun repatrieeren, bij behoorlijke
beëedigde Verklaringen zullen moeten doen blijken
dat zij in het geheel of ten deele, direct of indirect
geene twee Voijagien, op een en het zelve Paspoort
hebben gedaan.
Op der Supplianten laaste Versoek om permissie te
bekomen, tot den Vaant en Handel op eenige plaatzen,
geleegen opde kuste van Affica, ter inhandeling van
Hout en andere klijnigheeden, onder betalinge van
veel mindere Lastgelden als de ordinaire, hebben wij
onse consideratien, en Vreeze dat, onder pretext van
dien handel, de Westindische Compagnie grotelijks
zonde werden gefraudeert; in ons meer voorn: hier
bij gevoegde berigt op de requeste der Rotterdamie
hooplieden, bereijds aan haar Ed groot Mogd: gecom„
,municeert, en waar aan wij de Vrijheijt neemen ons
te nefeneeren.
Vervolgens overgaande tot den Suppliandten bezwaar„
ynissen, nopensl den handel op America, komen ons
voor in de lexste plaatze klagten dat door deEngelsche
in de Colonien van den Staat slaven werden aange„
„bragt, en het welke de Supplianten vermeenden, dat
geheellijke
Bronvermelding
Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland, archieftoegang 1.01.02, Inventaris van het archief van de Staten-Generaal, (1431) 1576-1796, inventarisnummer 5787, De bijlagen bij de resoluties van de Staten-Generaal / De ingekomen brieven en stukken en minuten van uitgaande brieven, verzameld in de "liassen" / De Liassen Binnenland / De "Liassen Westindische Compagnie" / Ingekomen ordinaris brieven en stukken / Ingekomen ordinaris brieven en stukken betreffende West-Indische zaken / 1758-1760
Scan + Transcriptie
Klik op de afbeelding om het te vergroten en de transcriptie ernaast te zien
Kunstmatige intelligentie (AI)
De transcriptie is door de computer gemaakt via automatische handschriftherkenning.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.