Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 5738, pagina 8

verantwoordelijck soude wesen, bij aldien deselve
doorde Commissarisen voor desen daer over gebesoig„
hebbende off andere in haer plaetse te stellen
opden voet als voordesen geexamineert ende
gedetermineert wierden, en dat hij Hr. Ambassadeur
dienvolgende geen apparentie sach, dat deselve
haer vande voorschreve hare sustenue souden laten
dimoveren, endatse mitsdien daerin souden moeten
int gemoet getreden worden, en alsoo sijn Exci: daer op
mijn advijs voor soo veel het interesse van Compe.
aengingh versochte, hebick geseijt, dat alswanneer
alle de differenten in manieren alsvooren zouden
moeten werden getermineert, dat de Nederlandsche
Compe. daerniet tegen soude hebben, oock in allen
gevalle moeten gedogen, dat die pretensien, die tegens
haer sijn geintenteert, op denselven voet mede
werden affgedaen, sulcx heeft sijn Excie. mette
Heeren Commissarisen vanden Heere Protector
geadiisteert, en geteeckent d'acte, hoe en in wat
manieren, en binnen welcken tijt de voors resterende
differenten sullen werden getermineert, uw Ho:Mo:
voor desen toegesonden, en waer op van deser Zijden
deratificatie is gevolcht
Ende gemerckt ondertusschen opgemaeckt en
gedepescheert was de acte declaratoir van Heere
protector, en dat mij communicatie wierde gedaen
van seeckere missive bij sijn Hoocheijt, aende heeren
Commissarisen vant groote Zegel geschreven
waerbij deselve wierden gelast vande Engelsche
Oostindische Compe. over te nemen d'quitantie
bij deselve ten behouve van nederlandsche Oostindis
Comp
Compagnie gepasseert, wegen de gelden aende
selve volgens de bewuste uijtspraecke uijttekeeren
mitsgaders mede de voorverhaelde acte declaratoir
omme het groote Zegel vande Republijcke, daer
aengehangen hebbende tesamen in haer bewaringe
te houden, ter tijt toe de Nederlandsche Compagnie
de voorgeroerde gelden soude hebben betaelt
heb ick daertegens voortgebracht, Se redenen van
beswaernisse vande Nederlandsche Compagnie
meenende dat het onredelijck soude syn, dat wij
souden scheijden van het gelt, sonder daertegens in
onse handen te hebben, de vooraengeroerde quitantie
en acte declaratoir, dat de gedachte Heeren
Commissarisen tousen reguarde, voor geen neutrale
persoonen conden aengesien worden, dat sulcx alleen
plaets conde hebben tusschen Engelschen alleen
maer met tusschen Engelsche, en een andere natie
dat bij aldiennen ons de voors stucken niet wilde
toevertrouwen voorde betalinge datmen dan een
expedient diende uijtte vinden, waer doormen
met de eenehandt het gelt betaelende, met
de andere handt soude ontfangen en overnemen
de voorverhaelde instrumenten, tot welcken
eijnde ick voorsloech, dat ick soude konnen passeren,
assignatien op de Coopluijden, de gelden van Compe.
onder haer hebbende, en deselve bij hare onderteijkening
laten accepteren en beloven te betalen, en dat
ick de assignatien alsvoren geaccepteert
soude connen overleveren en verwisselen
tegens de meeraengeroerde instrumenten
welcke voorslach mette heer Secretaris Churloe
ge