Browse transcripts » National Archives / Archives South Holland

archive access 1.01.02, inventory number 4663, page 67

30 Augusti 1727, door den Heere Grave Van
Konigsegg Erps aen haer Hoogh Mogende overge„
geven, ende waer van eenige albereijts te
Ostende t'huijs gekomen sijn, ende bij aldien daer
ontrent ofte ontrent eenige andere Articulen
vande Praeliminairen, eenige Contraventien
mogten gewaer werden, sullen als dan met
concert van de Heeren Plenipotentiarissen
vande Geallieerden, tragten die Contraven„
tien te doen redresseeren ende te doen ces„
seren.
Nademael bij het derde der praeliminaire Articulen
gestatueert is, dat alle de privilegien van
Commercie, waer vande Fransche en En„
gelsche Natien, ende de onderdanen vande
Vereenigde Nederlanden, uitkragte vande
Tractaten soo in Europa, als in Spagne en
oock in de Indien, voor desen gejouisseert heb„
ben, wederom sullen werden herstelt in
het gebruijck en op den voet, waer over met
ieder van deselve geconvenieert is, volgens
de Tractaten anterieur aen het jaer 1725.
Ende aengesien de Vaert en Commercie uit
de Oostenryxe Nederlanden op de Indien,
contrarie is aen het Tractaet van Vreede,
tusschen den Coningh van Spagne en haer
Hoogh Mogende in het jaer 1648 te Munster
gesloten, ende geconfirmeert bij het Tractaet
van Barriere, tusschen Sijne Keijserlijcke
Majesteijt, Sijne Majesteijt van Groot Brit„
tannien, en haer Hoogh Mogende den 15
November 1715 tot Antwerpen geteeckent, sullen
sij Heeren Plenipotentiarissen, inde onder„
handelinge met de Heeren Ministers vanden
Keijser en van Spagne contenderen, ten einde
de
14 April.
54.
de suspensie vande voorschreve Vaert en
Commercie voorseven jaren, geconverteert
moge werden in een volkomen cessatie vande
voorschreve Vaert en Commercie op Indien voor
altijd, sigh daer toe bedienende vande Argu„
menten vervat inde remonstrantien ende
deductien door ofte van wegen de Bewind„
hebberen vande Oostindische Compagnie op
dit subject in het ligt gegeven.
Voorts sal aen gemelde Heeren Plenipotentia„
rissen ter handen gestelt werden copije vande
Memorie door de Bewindhebberen vande Oost„
indische Compagnie deser Landen, den 15 Septem„
ber 1725, aen haer Hoogh Mogende gepraesenteert,
waerbij deselve haer beswaren, dat in het Tractaet
van Commercie tusschen Sijne Keijserlijke Majesteit
en Sijne Majesteijt de Coningh van Spagne
den 1e. Mey 1725 te Weenen gesloten, eenige
Articulen influeren, waer bij aende onderda„
nen van Sijne Keijserlijke Majesteijt in het
stuck vande Commercie voornamentlijck inde
Indien, concessien en avantages werden geac„
cordeert, die meerder sijn als aende onderda„
nen van den Staet, volgens de Tractaten sijn
toegestaen, het welck strijdigh is met de Tracta„
ten tusschen de Croon van Spagne en den Staet
intercederende, ende oock sodanighe die de
Coningh van Spagne, volgens deselve Tractaten,
selfs aen sijne eijgene onderdanen, niet soude mogen
toestaen; En dewijle de Fransche en Engelsche
Natien, hier in mede sijn geinteresseert, dat aen
de onderdanen van Sijne Keyserlyke Majesteit
geen voorregten werden vergunt in haere
Commercie op de plaetsen en havenen gehorende
onder het Gebied van den Coningh van Spagne,