Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 4663, pagina 23

Spagne, van dato den 16e der voorleden maend,
voorleden Saturdagh ingekomen, met de daer
nevens gevoegde bijlagen; Namentlijk het
Project van declaratie door den Heere Grave
van Rottenburgh overgegeven, met de veran„
deringen, onder dewelke Sijne Majesteijt van
Spagne die wilde aenneemen, opde kant
aengeteikent; Copije van een brief vanden
Heere Marquis de la Paz, aenden Heere Grave
van Rottenburgh, waer bij vande resolutie
van hooghstgedagte Sijne Majesteijt van
Spagne aen denselven kennisse geeft, ende
dan nogh copije van een brief vanden
Heere Grave van Rottenburgh aenden
Heere Marquis de la Paz, met het Antwoord
van desen laetsten daer op, concernerende
de concurrentie vanden Heere Vander Meer
bij de onderteijkeninge. Ende door gemelde
Heeren Gedeputeerden van alle het selve
communicatie gegeven sijnde aende Heeren
Marquis de Fenelon en Tinch, respective
Ambassadeur van Vranckrijk en Extraords.
Envoyé van Groot Brittannien, bij welcke
gelegentheijd gem: Heere Marquis de
Fenelon, aen haer Heeren Gedeputeerden
mede gecommuniceert hadde een depesche,
welke hij met den expressen afgesonden door
de Heeren van Hoey en Pesters hadde ont„
fangen, in substantie overeenkomende
met het geene door de Heeren van Hoey
en Pesters op dit subject geschreven is, ende
te gelijk versogt hadde dat haer Hoog Mogende
soo ras doenlijk op het voorschreve subject
souden willen resolveren; Is goedgevonden
ende verstaen, dat aengemelde Heeren van
Hoey en Pesters sal werden gerescribeert,
dat
2 February.
10.
dat haer Hoogh Mogende haer laten
welgevallen, dat de voorschreve Missive met
een expressen hebben overgesonden, ende dat de
onkosten daer van aen deselve in declaratie
gevalideert sullen werden; dat soo veel de saeke
selfs aengaet haer Hoogh Mogende wel ge„
wenscht hadden, dat het voorgemelde Project
declaratoir door sijne Majesteijt van Spagne
sonder eenige veranderinge was aengenomen
geweest, ende dat alsoo geen verdere materie
vandeliberatie daer over was overgebleven;
dat niet te min aen haer seer aengenaem
is geweest te verneemen dat door de onver„
moeijde yver en goede officien vanden
Heere Grave van Rottenburgh de saecke
tot dus verre is gebragt; Gelijk ook aen
haer niet minder aengenaem is geweest
de sorge, die gemelde Heere Grave van
Rottenburgh heeft gedragen, dat haer Hoog
Mogende of derselver Ambassadeur alleen
vande onderteijkeninge niet uijtgesloten
souden werden; ende dat haer Hoogh
Mogende voor het overige willen hopen,
dat sijne Majesteijt van Groot Brittannien,
welken de gemaeckte veranderingen in
het voorschreve declaratoir voornamentlyk
aengaen, geen swarigheijd sal maken sigh
daer mede te conformeren. Ende nadien
hooghstgedagte Sijne Majesteijt van Groot
Brittannien apparentelijk sijne resolutie
hier op direct aenden Lord Walgrave te
Paris sal senden, dat derhalven om tijd
te winnen, haer Hoogh Mogende haer
Heeren van Hoey en Pesters hebben willen
authoriseren, soo als geauthoriseert werden
mitsdesen, om soo wanneer de Minister