Browse transcripts » National Archives / Archives South Holland

archive access 1.01.02, inventory number 4663, page 17

Praeside et Praesentibus de Heeren
als in het Ordinaris Register.
Jovis den 15 January
1728.
missive van Hoey en Ontfangen een missive van de Heeren van Hoey
Pesters.
en Pesters, haer Hoogh Mogende Ambassadeur
en Minister aen het Hof van Vranckrijck,
geschreven te Paris den 9 deser, geaddresseert
aenden Griffier Fagel; houdende advertentie;
Waerop geen resolutie is gevallen.
Praeside et Praesentibus de Heeren
als in het Ordinaris Register.
Sabbathi den 17 January
1728.
missive vander Meer. Ontfangen twee missiven van den Heer vander
Meer, haer Hoogh Mogende Ambassadeur aen
het Hof van den Coningh van Spagne, geschre„
ven te Madrid den 26 en 29 der voorleden
maend, geaddresseert aen den Griffier Fagel
houdende advertentie; Waerop geen resolutie
is gevallen.
missive van Hoey en Ontfangen een missive vande Heeren van Hoey
Pesters.
en Pesters, haer Hoogh Mogende Ambassadeur
en Minister aen het Hof vanden Coningh
van Vranckrijk, geschreven te Paris den 12 deser,
geaddresseert aen den Griffier Fagel; houdende
advertentie; Waerop geen resolutie is gevallen.
Mercurii den 21 January
1728.
Praeside
4.
Praeside et Praesentibus de Heeren
als in het ordinaris Register.
missive van Hoey en Ontfangen een missive vande Heeren van
Pesters.
Hoey en Pesters, haer Hoogh Mogende Ambassa„
deur en Minister aen het Hof van Vranckrijck
geschreven te Paris den 16e. deser, geaddresseert
aen den Griffier Fagel; houdende advertentie;
Waerop geen resolutie is gevallen.
missive Rumpf Envoyé. Ontfangen een missive van den Heer Rumpf,
Vrage of d'Heer Descau, haer Hoogh Mogende Extraordinaris Envoyé aen
als Hanoversche
het Hof van Syne Majesteijt de Coningh van
of als Engelsche
Sweeden, geschreven te Stockholm den 7 deser,
Minister geconside„
reert moet werden, geaddresseert aenden Griffier Fagel; houdende,
Antwoord daerop.
dat daegs na het afgaen van sijne laetste
missive vanden 31e. der voorleden maend,
de Heer Descau aen hem sijn aenkomst hadde
laten notificeren door den Heer Weber, die voor
desen als Hanoversche Resident aen het Russische
Hof hadde geresideert, ende nu de functie doed
van Hanoversche Legations Secretaris; dat
deselve hem inseer obligeante termen verseekert
hebbende vande genegentheijd vanden Heer
Discau, om met hem in volkomen vertrou„
welijkheijd te leven, daer bij hadde gevoegt, dat
dien Heer niet alleen met de duijtsche affaires
vanden Coningh sijn Meester, maer ook met de
Engelsche gechargeert was, en dat Sijne Majt.
van Groot Brittannien van geen Chur„
Hanoversche Minister wilde weeten, maer
praetendeerde dat alle Sijne Ministers aen
Vreemde Hoven als Coninklijke souden werden
geconsidereert, gelijk men sulx aldaer te Stok„
holm ook reets hadde toegestaen, ten opsigte
van den Heer van Bassewitz, aen wien men