Browse transcripts » National Archives / Archives South Holland

archive access 1.01.02, inventory number 3833, page 384

Provide a summary of this transcription

Transcription

[1] ONtfangen een Missive van den Consul Generaal JVehster Blount, geschreven te Tanger den 29 Juny laatstleeden, gea ldresleert aan den Griffier Fagel, senden le daar neevens Copie van een Declaratie door den Keiser van Marocco gedaan voor de Christen Kooplieden. En houdende de voorsz Missive wyders, dat seeker Subject van haar Hoog Mogende, genaamt Hendrik Klinge, bevoorens geweest Grenadier aan Boord van het Oonlogs Fregat de Zephir, uit Ceuta ontkomen, en sig daar te Lande bevindende, sig vervoegt hadde by de Persoon van White, en teffens versogt protectie van de Natie. Dat voornoemde White de ordres van hem Consul Generaal dien aangaande gevraagt hebbende, hy sijn toevlugt genoomen hadde tot den Capitein van Kinsbergen, sig aldaar bevindende, om desselfs advis te vragen, alsoo die saak voor hem Consul Generaal geheel vreemt was; dat met toestemming van voornoemde Capitein aan gemelde White geschreven hadde, dat soude tragten te obtineeren de vryheid voor gemelde H. Klinge; versoekende hy Consul Generaal met eenige Instructie ten aansien van diergelyke voorvallen vereerd te mogen worden, om 'er voor het toekomende sig na te kunnen gedragen, en by gevolg ook ten opsigte van de nieuwe Declaratie van den Keiser. En wyders versoekende, dewyl hem geene Hoofden van Pasporten om uit te geeven aan de Capiteinen der Kapers waaren overgebleven, dat daar meede moge worden voorsien. WAAR op gedelibereert zynde, hebben de Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Holland en Westvriesland de voorsz Missive en Bylage Copielyk overgenoomen, om in den haaren breeder gecommuniceertte worden.
[2] IS ter Vergaderinge geleesen de Requeste van Charles Frangois Bosc de la Calmette, haar Hoog Mog. extraordinaris Envoyé aan het Hof van sijne Majesteit den Koning van Deenemarken; presenteerende daar neevens aan haar Hoog Mog. sijne Declaratie van Daggelden, Tractementen en Verschotten, seedert den January tot den laatsten Juny beide deeses jaars 1778; versoekende dat haar Hoog Mog. deselve ten fine van examinatie en liquidatie gelieven te senden aan den Raad van Staate en de Generaliteits Reekenkamer. WAAR op gedelibereert zynde, is goeddevonden en verstaan, dat de Declaratie neevens de voorsz Requeste gevoegt, gesongen sal worden aan den Raad van Staateen de Generaliteits Reekenkaamer, om te visiteeren, examineeren en liquideeren, volgens en in conformiteit van de ordres van het Land. Ynde ter Vergaderinge gedient van diDE. minutie gedaan maken, en overgegeeven uit den naam en van weegens Hriederich Christiaan de Thummel, Keiserlyke Koninglyke Kamerheer, woonende in SaxenGotha, nom. ux. cum suis, qq. eerst lmpetranten van Mandament om Procureur Acceptant te stellen, en Requiranten van Requeste civile, met committimus aan haar Hoog Mog., en nu Gedeclareerdens ter eenre, op ende jeegens Maria Susanna du Plessis, woonende in de Colonie van Suriname, eerder Weduwe en institueerende, dog sig pretenselyk qualificeerende delibereerende Erfgename, mitsgaders Executrice van het Testament van wylen Frans Laurens Willem Grand, meede woonende in de Colonie van Suriname, als aangenoomen en geadvoueert hebbende de procedures door haaren geassumeerden meede Executeur, Nicolaas de Kruyff, voor den Hove van civile Justitie der Colonie Suriname, in cas communicatoir gevoerd, eerst Gedaagdesse en Gerequireerde in het voorsz respective cas, en nu Declarante ter andere zyde. IS na voorgaande deliberatie goedgevonden en verstaan, dat de voorsz Diminutie gesteld sal worden in handen van Parthy, om daar teegens te dienen van contra diminutie binnen veertien dagen na insinuatie deeses.ry Ynde ter Vergaderinge gechent van diminutie gedaan maken en overgegeeven uit den naam en van wegens Friederich Christiaan de Lhummel, Keiserlyke Koninglyke Kamerheen, woonende in SaxenGotha, nom. ux. , cum suis, gq. eerst lmpetranten van Mandament om Procureur Acceptant te stellen, en Requirante van Requeste civile, met committimus aan haar Hoog Mog. , en nu Gedeelareerdens ter eenre, op ende jegens Maria Susanna du Plessis, woonende in de Colonie van Surinamen, eerder Weduwe en Geinstitueerde, dog sig pretenselyk qualificeerende delibereerende Erfgename, mitsgaders Executrice van het Testament van wylen Frans Laurens WillemGrand, eerst Gedaagdesse en Gerequireerdein het voorsz respective cas, en nu Declarante ter andere zyde. IS na voorgaande deliberatie goedgevonden en verstaan, dat de voorsz diminutie gesteld sal worden in handen van Parthy, om daar tegens te dienen van contra diminutie binnen veertien dagen na insinuatie deeses. Ynde ter Vergaderinge gedient van diminutie, gedaan maken en overgegeeven uit den naam en van weegens Friederich Christiaan de Thummel , Keiserlyke Koninglyke Kamerheer, woonende in SaxenGotha, nom. ux., cum suis, qq., eerst lmpetranten van Mandament om Procureur Acceptant te stellen, en Requiranten van Requeste civile met Committimus van haar Hoog Mogende, en nu Gedeclareerdens ter eenre, op ende jeegens Maria Susanna du Plessis, woonende in de Colonie van Surinamen, eerder Weduwe, en sig pretenselyk qualificeerende delibereerende Erfgename, mitsgaders Executrice van het Testament van wylen Frans Laurens Willem Grand, eerst Gedaagdesse en Gerequireerde in het voorsz respective cas, en nu Declarante ter andere zyde. IS na voorgaande deliberatie goedgevonden en verstaan, dat de voorsz Diminutie gesteld sal worden in handen van Parthy, om daar tegens te dienen van contra diminutie binnen veertien dagen na insinuatie deeses.Ynde ter Vergaderinge gedient van di2) minutie, gedaan maken en overgegeeven uit den naam en van weegens Friederich Christiaan de Thummel, Keiserlyke Koninglyke Kamerheer, woonende in SaxenGotha, nom. ux., cum suis, qq. eerst lmpetranten van Mandament om Procureur Acceptant te stellen, en Requiranten van Requeste civile met Committimus aan haar Hoog Mog., en nu Gedeclareerdens ter eenre, op ende jeegens Cornelis Stolkert, woonende in de Colonie van Surinamen, als in Huwelyk hebbende Maria Susanna du Plessis, eertyds Weduwe, mitsgaders Executrice van den Testamente van wylen Frans Laurens Willem Grand, meede woonende in de Colonie van Surinamen, of wel de voornoemde Maria Susanna du Plessis selve, in haare voorsz qualiteit, onder wettige adsistentie van haar voornoemde Man, eerst Gedaagdesse en Gerequireerde in het voorsz respective cas, en nu Declarante ter andere zyde. IS na voorgaande deliberatie goedgevonden en verstaan, dat de voorsz Diminutie gesteld sal worden in handen van Parthy, om daar tegens te dienen van contra diminutie bmnen veertien dagen na insinuatie deeses.
[3] OP de Requeste van Arnold Christaff el Beckman, Predikant in de Lutheriche Gemeente te Veendam en Wildervank, behoorende onder het Oldampt in Groningen, en Gequalificeerde van de Kerkenraad aldaar by Acte in dato 12 Mey deeses jaars 1778; versoekende om reedenen in de voorsz Requeste geallegueert, dat haar Hoog Mog. aan hem en sijne arme Gemeente eenig douceur gelieven te accordeeren. IS na voorgaande deliberatie goedgevonden en verstaan, mits dcesen te lasten de Kamerbewaarders van haar Hoog Mogende, om aan den Suppliant uit te keeren tien silvere Ducatons, dewelke aan hun in Reekening gevalideert en goedgedaan sullen worden.