Parcourir les transcriptions » Archives Nationale / Archives Hollande du Sud

accès aux archives 1.01.02, numéro d'inventaire 3793, page 329

Fournir un résumé de cette transcription

Transcription

[1] ONtfangen een Missive van den Heere Hop, haar Hoogh Mogende extraordinaris Envoyé aan het Hof van sijne Majesteyt den Koningh van Groot-Brittannien, geschreven te Londen den tienden deezer loopende maand, houdende advertentie. WAAR op geen resolutie is gevallen.
[2] DEn Heere Buteux, ter Vergaderinge praesideerende, heeft aan haar Hoogh Mogende voorgedraagen, dat de Heer van Burmania, haar Hoogh Mogende geweesen Resident te Keulen, aan hem ter hand gestelt hadde sijn Verbaal van het geene door hem was gedaan en voorgevallen, soo geduurende sijne residentie te Keulen, als in sijne extraordinaris Commissien aan de Hoven van de Churfursten van Keulen en van de Paltz, in de jaaren seeventien honderd vier en dertigh en volgende, tot seeventien honderd aght en dertigh incluys, als meede de Brieven van recredentie, weleke hy van hooghgemelde Churfursten, en van de Magistraat van Keulen hadde ontfangen. vv WAAR op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verstaau, mits deesen te verklaaren, dat haar Hoogh Mogende haar laaten welgevallen en voldaan zyn van het geene door gemelden Heere van Burmania in de voorschreeve Commissien is verright, en van den yver , moeyte en devoiren door hem tot bereykinge van het ooghmerck van den Staat aangewend, daar voor hier meede werd bedanckt. Dat voorts het voorschreeve Verbaal ter Griffie sal werden geseponeert, om te sijner tyd te dienen suleks en daar het behoord.
[3] ONtiangen een Missive van den Heere van Hoey, haar Hoogh Mogende Ambassadeur aan het Hof van sijne Majesteyt den Koningh van Vranckryck, geschreeven te Parys den neegenden deeser loopende maand, houdende antwoord op haar Hoogh Mogende Resolutie van den ses en twintighsten der voorleede maand, genoomen op de Requeste van Adriaan Beekman, eerste Thesaurier en Eygenaar van de Glasfabricq tot Middelburgh, en houdende voorts advertentie. WAAR op geen resolutie is gevallen.
[4] ONtfangen cen Mishve van den Heere Omar van Visvliet, een van haar Hoogh Mogende Commissarissen tot de conferentien te Antwerpen, geschreeven aldaar den dertienden deeser loopende maand, RBoudende, dat schoon hy gehoopt hadde, dat de quaal waar van voor eenigen tyd in Zeeland zynde overvallen wierd, op het hooghste soude zyn geweest, en hem daarom oock nogh voor het bekoomen van haar Hoogh Mogende laaste permissie tot absentie, weder na derwaards op reys hadde begeeven, hy eghter al immedinat na sijn overkomst het tegendeel hadde ondervonden, en wederom op nieuw twee atracques van Bloedspouwen moeten uytstaan, in voegen dat tot die tyd toe genoodsaackt was geweest sijn Kaamer te houden; ende dewyl'er moogelijck apparentie tot een volkoomen herstel soude weesen, by aldien hy hem voor cen tyd aan de cure der Medicyns, welcke sijne quaal van begin af aan behandelt hebben , konde overgeeven, dat hy daarom de vryheyt nam haar Hoogh Mogende te verzoecken, dat aan hem gelieven te permitteeren hem voor een maand of twee na Zeeland, werwaards oock booven dien door eenige Familiesaacken geroepen wierd, te moogen begeeven, ten eynde aldaar, indien moogelijck, sijne voorige gesontheyt te kunnen erlangen. WAAR op gedelibereert zynde , is goedgevonden ende verstaan, dat aan gemelden Herer van Visvliet sal werden gerescribeert, dat hy tot herstellinge van sijne gesontheyt sigh na de Provintie van Zeeland sal moogen begeeven woor den tyd van een of twee maanden.
[5] ONtfangen een Missive van de Heeren de Dieu, van Visvliet en van Assendelft, haar Hoogh Mogende Commissarissen tot de Conferentien te Antwerpen, geschreeven aldaar den dertienden deezer loopende maand , geaddresseert aan den Griffier Fagel, houdende advertentie, en sonder anderen, dat sy uyt de conversatien hadden kunnen remarqueeren, dat haar gevraaght sal werden na de Kaarte, waar op de Limitscheydinge in Vlaanderen anno sestien honderd vier en sestigh is gereguleert geworden, versoeckende deselve, of Copie van dien WAAR op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verstaan, dat den Raad van Staate sal werden versoght, soo als versoght werd mits deesen, een Copie te laaten maacken van de voorschreeve Kaarte, en deselve soo ras doenlijk aan gemelde Heeren Commissarissen te Antwerpen toe te senden.