Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 3397, pagina 79

Majt, ende Republijcq, den Adel van het
Hertogdom van Courland en semgallen,
bij het leven vanden tegenwoordigen
hertog, hadde genoodsaakt, den prins
van Brandenburg, Sweed, Frederik
Wilhelm te designeren en te declareren
tot successeur inde voorz: Hertogdommen
incontestabel leen zijnde vande Croon
en Republijcq van Polen. En ten anderen
dat Sijne Majt. van Pruijssen onder
swaere bedreijginge, de Stad Dantzigh
wilde obligeren, om aenstonds aende
onderdanen van Sijne Majt. van pruijssen
te voldoen de capitalen en interessen,
die deselve tot laste vande stad hadden;
versoeckende haer Ho:Mog: goede offitie
tot voorkominge vande verwijderinge
daer uijt te vresen; Waarop gedeli„
bereert sijnde, Is goedgevonden en ver„
staan, dat copie vande voorz: missive
gestelt sal werden in handen vande heeren
van Wijnbergen, en andere haer Ho:
Moge Gedeputeerden tot de buijtenlandsn
saken, om te visiteren, examineren,
en van alles alhier ter vergaderinge
rapport te doen.
De heer Camminga ter vergaderinge
presiderende, heeft aen haer Ho:Mog:
voorgedragen en bekent gemaakt,
dat de heer Marquis Beretti Landi,
Ambassadeur van Spanje bij hem was
geweest, en ter hand gestelt hadde een
declaratie van Spanje, tegen Vrankrijk,
van dato den 25. december 1718, welke
daernevens heeft overgelevert; Waarop
gedelibereert sijnde, Is goedgevonden
en verstaan, dat copie vande voorz: decla„
ratie gestelt sal werden in handen vande
heeren van Wijnbergen, en andere haer Ho:
Mog: Gedeputeerden tot de buijtenlandsche
saken, om te visiteren, examineren,
Besetti
Declaratie tegen
Vrancrijk
Colster
Reglement
te vertrecken
instructie
en van alles alhier ter verga, 58.
deringe rapport te doen.
Op het geproponeerde ter vergaderinge
gedaen; Is na voorgaande deliberatie
goedgevonden en verstaen, dat de heeren
Staten vande respective provintien,
welkers resolutien nog niet ingebragt
zijn op het rapport den 16. October laatst„
leden gedaan, ten aansien van het regle„
ment voorden heer van Colster, haer Ho:
Mog: gedesigneerde extraordinaris
Ambassadeur na Spanje, bij missive
sullen werden verzogt en aengemaant,
haar daarop ten allerspoedigsten te
verklaren, en te consenteren in het regle„
ment, soo als het selve bij het voorz:
rapport voorgeslagen is; En dat tendien
eijnde aan hooggem: Heeren Staten sal
werden gerepresenteert, dat het bijde
tegenwoordige constitutie van saken
vande uijtterste noodsakelijkheijd is,
dat gem: heer van Colster, hoeeerder
soo beter na Spanje vertrekt, om soo het
doenlijk is door de goede officien van
wegen den Staat aen te wenden, den
verderen voortgang vanden Oorlog te
steuijten.
Dat dienonvermindert gem: heer van
Colster sal werden verzogt, soo als verzogt
werd mitsdesen, om hem in gereedheijd te
stellen en te houden, om teneersten na
Spanje te kunnen vertrekken.
En werden de Heeren van Wijnbergen en
andere haer Ho:Mog: Gedeputeerden tot
de buijtenlandsche saken, mitsdesen ver„

zogt en gecommitteert, om te overleggen,
wat ordres aan gem: heere van Colster
bovende reeds geconcipieerde Instructie
gegeven sullen kunnen en behooren te
werden, en van alles alhier ter vergade.
rapport te doen.
Martis den 17. Januarii
1719.