Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 3257, pagina 104

Opt‛ geproponeerde vanden heere Andrée, ter
vergaderinge presiderende, raeckende het ver„
Compe. in oostfrieslant plaetsen vande Militie van desen Staet, alnoch
leggende
leggende in Oostvrieslandt, hebben d'heeren van
hollandt aengenomen haer provinciael advis op
morgen dienaengaende ter Vergaderinge in te
brengen.
Beschadichde
door die vant
Eylant Sorlinghs
Intercessionales
van hertoge van
Jorck en Residt
Macodowel
Is bij de heeren Huijgens ende andere hare Hooch
Mo: Gedeputeerden rapport gedaen, dat
d'heer Resident Mackdowel haer hadde behandicht
drie brieven vanden heere hertoch van iorck, ende
drie van denselven heere Resident aenden Gouver„
neur van Sorlings, sijnde duplicate ende
triplicate respective van een ende selve inhouden,
tenderende tot facilitatie vande ontslaginge
der Schepen ende goederen, toebehoorende de
Ingesetenen deser Landen, in voors Sorlings
opgebracht; Waerop gedelibereert sijnde,
Sijn voor eerst de gemelte heeren huijgens ende
andere hare hoochMo: Gedeputeerden voor
de genomene moeijte bedanckt, ende is
daerbenevens goetgevonden ende verstaen, dat
twee vande voors brieven van hoochgede
heere hartoge, ende twee van gemelten heere
Resident sullen worden gesonden aent' Collegie
ter Admiraliteijt tot Amsterdam, omme
eender voors missiven van meerhoochgede:
heere hertoge, ende een van meergemelten
heere Resident behandicht te worden aen Capn.
Evert Anthonisz Jegenwoordich zeijlreede
leggende om nae de Sorlings te varen,
met last omme deselve in alle seeckerheijt aen
Gouverneur van voors Sorlings ter handt te
doen stellen, ende t'effect vandien te be„
vorderen, ende sullen de twee andere brieven
bijt' voorn Collegie tot naerder gelegentheijt
gehouden worden, omme met d'eerste schepen,
die gereet sullen wesen nae de Meergeseijde
Eijlanden van Sorlings te vertrecken, ter
saecke ende fine als vooren, mede gegeven te
worden; Is wijders goetgevonden, dat de
resterende twee brieven van hoochgede. heere
hartoge ende meergemelten heere Resident
respective, gesonden sullen worden aent' Collegie
ter Admt. in Zeelant, omme deselve aen d'eerste

Schepen die van daer nae de Sorles voornt,
sullen worden gesonden, tot gelijck effect en
eijnde mede te worden gegeven, ende
sullen benevens de voors brieven, oock d'opene
Copien van deselve aen de voorn Collegien tot
derselver narichtinge werden ouergesonden.
ende alle deselve affgaen, sonder voorgaende
resumptie.
37
17 Januarij.
Martis den 17
1651.
Januarij

Heer
Praside de Heer Andree,
Present de Heeren van Soelen,
Gent, Bemmel, Bronckhorst,

Verbolth, de Bije, Henr: vander Cappelle
Raesfelt, Essen, Huijgens, Ommeren,
met eenige Extraordinaris gedeputeerden
vande Provintie van Gelderlandt,
Wimmenum, Loo, Sonck, Veth,
vander Nisse, Mauregnault, met
eenige Extraordinaris Gedeputeerden
vande Provintie van Zeelandt;
Rhijnhuijsen, vander Hoolck, met
eenige Extraordinaris Gedep:den
uijtte provintie van Utrecht;
alsmede eenige Extraordinaris gedepden
uijtte Provintie van Vrieslandt
Mulert, vander Beecke, Wolffsen,
Eijssinghe, Clant, met eenige
Extraordinaris Gedepden. uijtte provintie
van Stadt ende Lande.
Sijn gelesen ende geresumeert de resolutien van
gisteren, ende deselve, mitsgaders de depesches
daeruijt resulterende gehouden voor gearresteert.
Resumtie
Is ter Vergaderinge gelesen de requeste vande
gesamentlicke Religions Verwanten vande
Gereformeerde kercken is de Vorstendommen
religions verwant Gulick ende Berge, versoeckende, dat hare ho:Mo:
Gulick en Berck
haer nochmael in gevolge van derselver resolutie
vanden 26e. November 1650. de goede ende
stercke hant gelieven te bieden, dat hen Supplten
niet alleen hare affgenomen kercken van Raedt
voorden wald, te ouercassel, Capel te hoeff„
de halve kerck tot Hulckeshoven, ende het Raethuijs
te Ratingen, die hen Supplten volgens de
Renversalen vanden Jare 1609. toecomen,
gerestitueert, maer oock de rigoureuse bevelen
vanden hertoge van Nieuwburch, tegens de
Religions Verwanten van Eijck, Rieferscheijt,
ende Millendoncq inden Lande van Gulick,
mogen worden ingetrocken ende gecasseert,
dat bij haer belast was, de Roomsche Religie
aen te nemen, ofte in weijnige dagen te
vertrecken; Waerop gedelibereert sijnde,
Is goetgevonden ende verstaen, dat de

Commandeurs tot Rhijnberck ende
Orzoij sal worden aengeschreven, dat sij uijt de
Landen van Gulick ende Berch respective