Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 2713, pagina 32

dat de Graaf van Wartensleben andere voorneemens
had, envreesende dat hij die soude uijtvoeren
(want soo als reits gesegd is, alles komtuys
op vxees en sonbcons: Dat seggen wy de kegee
ring sig daarop heeft laten vervoeren, om den
Graaf van Wartensleden te doen arresteeren sonder
de minste kennis aanons, sijne Meesters, daar
van te geven: dat deselve syne papieren heeft
doen visiteeren, om daaruijt wegtenemen, die geen
die betrekking hadden tot de suak ingeschil; dat
deselve brieven van requisitie afsend aan de
Regeering te Mentl, om van haar deselve Visitatie
der papieren te verkrijgen; sulks is een onge„
hoorde Violentie, die noch Bijnkershoek noch
Barbeijrae, noch eenige hegtsgeleerde ter
waereld hoegunstig die sonden mogen weesen
aande pretensien van Civile Geregtshoven
oort gedagt hebben te Justificeeren of goed
maken. Het selve denkbeilden vantregs
der Volkeren om verwerpen de gemeene wetten
van alle Antien te niet doen, alle banden van
vertrouwen, sonderwelke noch handel noch
Communicatie tusschen haarkanweesen
verbrecken. Het selve soude een gewoedigh
en arbitrair regt invoeren, waar uijt niet
als funeste gevolgen voirde seckerheijd
Vreede, rust, en het geluk der Natien bewagten.
souden sijn. De gemeene gronden vande
menschelyke samenleeving versetten sig
tegen
17d: 4101. de
Jure 6: et p.
6 17 Cappviii
8. 4.9
31
tegen diergelyke pretensien.
Nrij versoeken dat n Furstikt Doorkht. met enigen
aandagt wil inhier de passages van Bijnkershoek
en Barbeirac door sijn Regeering geciteert, deselue
sal niets daar in vinden, dat hunne handelwijse
goedmaakt, en soo die beijde autheuren de magt
van Civile Geregtshoven over Ambassadeurs al
eens in sommige gevallen wat verhad uijtgestrekt
al het geen mendaar uijt soude moeten besluijten
soude weesen, dat onse republicq aangeleerden
en Doctoran, die onder haar gebied leven toelaas
hunne bij sondere gevoelens mesvrijheijd voer den
dag te brengen, maar niet dat sij haate decisie.
voor Wetten, en Kegels, waaraan sij gebonden
is aannemt, hoegroote agting sij anders voor
de kundigheijd van die Gelierden heeft, en wel ke
distinctie sij aan deselve toont. Wy souden hier
andere Autoribeijte kunnen hij brengen, indien
wij citatien tegens Citatien wilden stellen
en Grotius alligeeren tegen Rijnkershoek en
Barbeijone: maar wij vergenoegen ons, met ons
te heroepen op het sentiment van alle Natic„
door het gebruijk ende Constante practijcq soo
danig berestigt, dat eenige weijnige uijtsonderin
gen, die men soude kunnen citeeren het selve
niet kunnen omverstooten, maar alleen kunne
doen besluijden, dat Natien soo: wel als par
siculicte persoonen inde practijcq somtijts ver„
geeten de grondbeginsels waarvan sij inde