Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 2713, pagina 28

ooyt gedaanheeft, engeloven wij niet, dat
het selve ligt daartoe sal komen.
Te vergeefs sal men seggen, dater gevallen
syn waarin die egard ophouden, om dat het gedaag
vanden Minister hem daarvan doed vervallen
menheep reets, uijt het geenhier boven gesegt is
gezien, dat die gevallen soo die exteeren, niets
gemeens hebben met het geval in quastie
en hij gevolg, moest het Caractes vanden
Graaf van Wartensleben, als men hem niet
anders wil aansien, dan als onsen ministe,
bij eenige Staten van't Vijk hem actijd dek
ken tegens de violentie van wie hetook mogte
wesen, en bijsonder vandie doorn F. Dt
Regeering hem aangedaan, wy kunnendus
die violentie niet anders beschouwen, dan
als een ongelijk, het welk aanons selfs
is aangedaan, onals een verbreeking van
het regt der volkeren
Wooveel te meer sal dit nu plaats hebben
als wij kunnen doentien, dat den Graaf
van Wartensleben tot een secker poinct toe
heeft kunnen in moeten gereekent worden
geaccrediteert te sijn, bij het hoff van Essel
trij seggen tot een saker poins toe, om
alle dubkelsinnighegeen wog te nemen.
wij convenieere, met U Furst 2De dat
hij geenbrieven van credentie gehd heeft aanl F: D=
in tut hij sonde, omdat hij hij denselve niet
gechargeert is geweest met eenige Negociatie
o
off eenige by sonder Commissie: maar wij sustineeren
dat syne Generale brieven van Credentie bij de op
per en NedorRhijn op Wostfancsche Creijtse
genoeg waren, om hem als Ministerbij iederlid
van een, en ander vandie Creijtsen, te doen aansie„
ondar hij hij all in't gemeen, en ijder in het bij
sonde, vande onafscheijdelijke Vregte. van't Caracte
daneinpublicq minister moest jouisseeren.
wij seggen vande onafscheijdelijke begten, waardoor
wij verstaan de seckerheijd on inviolabiliteijs
vanden persoon: wans wij willen anders aan
geen souvernir, en sulx ook orres aan t F: D=
disputeeren de magt dien hij heift, om meer
ofmen eci, aan Ministers hij hem resideerend
toe te staan; om aan deselve meer of min pri„
vilegien en voorregten te vergunnen: als bij
voirbeeld, immunitaten, Vrijdommen van selver
regten of imposten het regt van Azijle in
sijn Huijs, endiergelijke dingen mees, die nies
soodanig gehegt sijn aan een Ambassade
dat men die niet soudekunnen oeffenen, on
welke meerder vande wil vande souverainen
van Convensien, Tractaten, en soo voorts afhangn
als vande natnui van een Ambassade. Wij
sprecken niet als van regten, die daar aaneijgen
sijn, onderwelke met gemeene over een komst
inde eerste plaats gesteld worden de seckerheijd
oninviolabiliteijt vanden persoon van donhi
nister, en van sijn Papieren en effecter, sondes