Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 2713, pagina 26

waren, om den Graaf van Wartensleben te
beletten, dat gee. te doen, waarvan hem ver
dagtmeed, veronderstelt synde dat hy waar
lyk voorneemens was, sulx te doen, of om
hemte dwvingen vande effectes vanden boedel
van Goertz, die hij soude mogen hebben weg
gevoerd te voorschijn te brengen. onsig te
houden ten aansien vande fundatie Swo.
aande uijtdrukkelijke wille vande Testatrice
als aande Conditien, die klaarlijk uijtge
drukt syn, t. sij inde larte vanfundatie
t sij indie vande confirmatie van syne
keij serlijke Majesteijt.
Wet is dan seeker, dat het arrest vanden
Graaf van Wartensleben in geenerleij opsigt
noodsaakelyk was veel min van soo een
dringende noodsaakelijkheijd, dat die eenige
schijn daar aankonde geven: Ingevolglijk
al het geene U Furstelijke Doorlugtigh
Regeering daar op regt, is vervan haar int
gelyk te stellen, of ons te voldoen, ijder
onpardijdige sal van gelycke daar overmoeten
oordeelen, endus volgt daaruijt ook, dat
het lang verhaac dien aangaande niets ter
weereed doct tot de voorname quastie, als
om de gedagten vande waate Staat der
quastie afteleijden.
Het soude ons ligt sijn, andere reedenen
hier bij te voegen: maas wy sijn met voer„
neemens, noch een Deductie noch een
conta
25
contra species facti te maken, wij willen alleen
U P: D. aantoonen hoe weijnig solide degronden
syn waar op U F. de. Regeering steunds
om het geweed tegens de Graaf van Wartensleben
gepleegt te verschoonen, als selfs de saak
niet anders wird ingesien, dan met betrekking
tot heet Civile regt, en op deselve wijse, als t
F. Dt. Regeering die voirstelt, welke wijse
deselue sondertwyffel gemeent heeft de voordee„
ligste voor haar te weesen.
wanneerwij nu vervolgens sullen overgaan
tot het ondersoek deser sank met betrekking tot
het begtder volkeren het geen eijgentlijck de
eenige quastie is, waarin wij directelijck
belang neemen sal hd niet moeijel ijkervallen
te doentien de swakheyd vande reedenen
doorweeke U F: Dr. Regeering voorgeeft
haargedrag te sullen goedmaken U1 F: D
Regeering sustineers
1e Dat de Graaf van Wattensleben te Cassal
nietwas, nog moest, nochkonde gehouden
worden door Ministes
2 dat soo hij selfs was geweest de Reger
ring des niet tegenstaande bevoegt was
tegen hem te handelen, soo als deselve
gedaan heeft.
als men de eerste stelling al eens aande
Casselsche Regsering toegaff (: het geen
wij nogtans seerverze sijn van te doen