Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 1832, pagina 115

dat hem daerover ook is geadjungeert
als Stuurman eenen Jacob Slaesz
Mouthaan
belatv van Medenblick, sijnde
een geexperimenteert Zeeman,
aan wien oock vier en vijftigh gls
maentgelt is gegeven, daer den voorn:
Hans rahmussen maer veertig heeft
genoten, dat het voors: schip
vervolgens is bevracht van Jean
de Morassin Coopman tot Amsterdam
soon van Pierre de Morassin,
burgemrs en Coopman tot Bajonne
in vranckrijck en sulx na St.
Sebasti aen ofte Bajonne naer de
gelegentheijt soude presenteren, dat
de goederen op St. Sebastiaen sijn
aengegeven, maer het schip direct
gevaren nae Rajonne en dat door
behulp van een Fransche Caper daer
toe versocht, en het schip en goet
aldaer is gebracht onder de directie
vande voorn: Pierre de Morassin,
dat aldaer sijn ladingh weder heeft
ingenomen vande voorn: pierre de
Morahsin en Martin Godde swager
van een Coopman tot Amsterdam
ende meer andere Coopluijden van
Bajonne, dat volgens sijne Cognosce„
menten de goederen directelijck sijn
geaddresseert aen Coopluijden tot
Amsterdam als de rechte plaetse
sijner ontladinge, dat daer benevens
het voors: schip is voorsien met een
fransche pas, en het selve gestelt
of het schip nae Altona houde
varen, dat aenden visiteur ofte
Chercher tot Bajonne volgens
de acte van visitatie sijn vertoont
cognoscementen op Althona, en
dat overhulx het voors: schip
dubbelde cognoscementen heeft
gehadt, dat vervolgens het voors:
schip niet recht door Zee, maer
achterom int vlie is gecomen
en den schipper aenstonts naer
Amsterdam is vertrocken, met
ordre aenden Stuurman, om ten
eersten: te volgen, dat ten tijde
als het voors: schip in het vlie
is binnen gecomen, op de reede
lagen twee Deensche oorloghschepen,
ende alsoo het schip met Deensche
vlaggen binnen quam, de Cappnen
vande voors: schepen den Stuur
man aen boort hebben gehaelt en
niet alleen bevonden, maer ook
verklaert, dat het een formelen
Lorrendrajer was, en haer hetselve
niet hebben aengetrocken, dat het
voors: schip vervolgens voor de
Commisen van het Collegie ter
Admt. in Westvrieslant en het
Noorderquartier is gevisiteert &
aengehaelt, dat den voornden
hans rasmussen de berthepartijen
niet heeft willen exhiberen, maer
deselve verduijstert, dat ook den
eersten schipper hidde Biddes, naer
de aenhalinge noch weel devoiren
heeft gedaen om eenige goederen
clandestin en door borruptie
uijt het selve schip te becomen.
dat hetselve niet geluckt sijnde de
Geintresseerden tot Hoorn sijn gecomen
om de saeke voor een goede somme
gelts af te maken, en dat oversulx
uijt het gunt voors: is genoeghaen
kan blijcken, dat het voors. schip
een Lorrendraijer moet wesen, dat
derhalven soo weel redenen werdende
geallegueert, waerom de aenhalinge
vande voors: schepen geoordeelt
moet werden met recht gedaen
te sijn, haer Ho:Mo: niet en
twijfelen, of hij heere Lenthe sal
selfs wel kunnen afnemen ende
goetvinden, dat het ondersoek en
de judicature daer van wert
gelaten aende Collegien ter Admt.
onder welckers district sijn
opgebracht; dat wat aengaet