Browse transcripts » National Archives / Archives South Holland

archive access 1.01.02, inventory number 12040, page 98

voegen Uwe Coninglijke Hoogheid als eerste
Landstand des Gemelden Graafschaps hoogst„
desselfs consent tot de executie van het
voorschreeve Contract gemeent heeft te moeten
geeven.
Wij bedanken Uwe Coninglijke Hoogheid voor
dcese aan Ons gegeeven vrundelijke commu„
„nicatie, en kunnen nied naluaten aan Uwe
Coninglijke Hoogheid te beteigen, dat Wij in
allen deelen approbeeren en goedheuren
het geen door Uwe Coninglijke Hoogheid
in deesen is gedaan, en dat Wij in het
bijsonder met de uuterste aangenaamheid
hebben vernomen de sorg in attentie door
Uwe Coninglijke Hoogheid getoond, soo voor
de securiteit der sondsen door de Onderdaanen
vande Republicq aan den Heere Grave
van Bintheim onder onse guarantie
opgeschoten, als om de belangen der
Commercie gedurende den tijd van het
Hippotheecq, in seekerheid te stellen.
Deese sorg en attentie strekt Ons tot een
nieuw bewijs van Uwe Coninglijke Hoogheids
altoos duurende geneegendheid en affectie
voor het wel sijn vanden Staat, ende Goede
Ingesectenen vandien, waar voor Wij
met een waare erkentenis sijn aangedaan,
en die Wij bij alle geleegendheden sullen
tragten te reciproceeren door een stand„
„vastige aankleeving aande belangen
van Uwe Coninglijke Hoogheid en
desselfs Doorluchtigste Huis.
Waar mede et.
aanhaar
Versoek om Acte
van Aanstellinge
voor den Capitein
Goumoens.
95.
Doorluchtigste et.
De Schoud, Kleine en Groote Raaden der
Stad en Republicq Bern, hebben bij haare
missive in dato den 22e der voorleeden maand, aan
Ous kennisse gegeeven, dat sij vanden Lieutenant
Generaal Sturler, mede Lid van huennon Grooden
Raad, als Colonel van een Regimend Eedgenooden
in Onsen dienst, berigt hadden ontfengen, dat
den Capitein Johan Rudolff van Diesbach,
voor eenigen tijd te Arnhem was overleeden, en
daar door een Compagnie in syn ouder hem staande
regimend vasant geworden, tot welkers plaads
vervalling gemelde Lieutenant Generaal
sturler, naar den inhoud der Unie en Capitulatie,
teffens sijne nominatie aan hun had over„
,gesonden; dat nadien sij vervolgens hier op
tot Capitein verordineert hadden kunnen
Burger Jacob Frans van Goumoens, Sijnele
de oudste Capitein Lieutenand van het Regimont
van Sturler, niet hadden willen uitstellen
aan Ons van deese verkiesing, overeenkomstig
met de Capitulatie, de vereischte kennisse
te geeven, met versoek dat Wij hem Capitein
van Goumoens in die qualeteid souden
gelieven te erkennen, en ten dien einde met
de noodige Acten te begunstigen.
Wij hebben daar op goedgevonden vande
voorschreeve Electie, in conformiteit vande
Capitulatie gedaan, bij deesen kennisse te
geeven aan U Coninglyke Hoogheid, met
versoek, dat U Coninglyke Hoogheid in
Aem haare Coninglijke Hoogheid.
Den 6e. Julij 1756.