Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 11912, pagina 128

Memorie Ambr. VLyere.
Exhibitum den 22 September 1637.
Hooge Mogende Heeren.
Ik verzoeke met alle eerbiedigheit dat uwe
Hoog Mog. gelieve voor myn vertrek na't Hof
van Vrankryk, te doen betalen 't geene
my van de Generaliteit is competeerende,
volgens myne laatste declaxatien, synde
alle verschoten geld, ende tot mynen last
op interest lopende: Dat uwe Hoog Mog.
gelieve tot myn ameublement ende esqui„
„page te ordonneeren alsulken somme
van penningen als den Heeue van Lange,
„racq ten dien aansien genoten heeft ten
tyde hy van hier na Paxys vertrok: dat
dezelve gelieve daar op nader te letten dat
de digniteit vande charge van Ambas„
sadeur met gekrenkten werde door de Com„
missie onlangs aan den Heere Heuft ge„
geven; Van de welke den inhout my onbe„
kent is.
1: get.) Wt. Lyere.
Raadt van State.
dat. 27 october 1637. Hooge ende Mogende Heeren
rec, 32
Ons is ter hand gekomen uwer Hoog Mog.
Resolutie vanden 30 dezer, daar by het
dezelue gelieft heeft tot onser dispositie
te laten de twee poincten resulteerende
unt de declaxatien van den Heere van
Oosterwyk op dewelke wy ten selven dage
de meeninge ende ontentie van Uwe Hoog
Mog. hadden versogt te verstaan, als
nament.
124.
namentlyk aangaande de tnegentig gul„
,dens daags, die de voorsz. heer pretendeext
geduuxende Syne reyse van Venetien tot
syne audientie in't Hof van Vrankryk
als ook wegens de Intenessen by hem aan
de Coopluyden vergoet ter oorsake zyne
Wisselbrieven alhier eenige Jaren onbetaald
zyn gebleven. Waar op wy goedgevonden
hebben Uwe Hoog Mog. te gemoet te voeren
dat Wy aanmerkende, dat U Hoog Mog. by
speciale resolutie vanden 10 october 1627.
in regard van de gedagten Heer gederogeent
hebben, het Reglement den 22 April 1624.
te voren op de daggelden vande Heeren
Ambassadeurs gemaakt, ende dat naar
voorgaande resumtie vandien, wy niet
en sien dat wy met redenen den gedagto„
Heere van't Effect van Uwe Hoog Mog.
Resolutie souden konnen priveren die twy
van gelyken retet konnen oordeelen, dat
het redelyk dy dat een ambassadeur een
gedeelte van syn Tractement (: daar mede
hy de eene van't Landt moet bewaren, soude
betalen aankoopluyden over Intexessen
van Syne getrokkene en onbetaalde
wisselen, 't welk in Effect zoude zyn het
Tractement voor zo veel te verminderen
Mits welke considenatien alzo ons oordeels
beide de voorsz. posten den gedagten Heer
in Reekening behoren geleeden te wenden,
so hebben wyegter niet konnen goedvinden