Browse transcripts » National Archives / Archives South Holland

archive access 1.01.02, inventory number 11510, page 32

sieloop van het Dak hoog sestien, en een
halve voet, inde voergevel te stelle. een
Deur Cosijn hoog soven voeten en breed
vijf voeten binnen werk, als meede een bol
cosyn, gelijk inde Lidmuurer, met een
opendraaijend glasraaw, inde agtergevel
te mogen stellen een Deur Cosijnhoog
seven voes, met daar hoven een vaststaan,
de Glas hoogdrie, en breed drie en een
halve voit kunnen werk.
noch een binnen Gevel be mogen metselen
met twee Zyd Munrtjes, dienende tot Caesners
jens, of soogenaamde Saerstye, en daar
intestellen vies deur Cosijntes mit deuren
entegen de hinnen Geoil tusschen voorsz.
Deune, een nieuwe Autaas, met eentafel
en kastje, ende oude sooveel sij dienende
is daaraan te gebruijken alles in een
een vondige form sonder Snijwerke, ende
voorsz: Cametjes, of soogenaamde saerestij
te mogen oversolderen, voorts te mogen
maken een nieuwe Biegtstoel en
Communicbank, ende oude soo veil dienen
kan daar aante gebruijken teegen den
voorgevel van binnen een portaal mer
tweedeurer, endeur gehouden en halve steens
Munstje, en daarover brengende oude
solker en Galderijer en trap. met Lenning
dienende tot een singsolder, alle de Deuver
afhangen, en sluijtbaar maken volgens
den Eyses, als meede de noodige stoelen
en
28.
en Kniel bankses, de oude predik stoil, de
halker enkapte mogen ha schieten mes
planken, dekerk schuurde mogendekken
met riet of Stroo, de oude Vloerindenienun
de liggen, ende te kortkomende Plavnysen
te mogen suppleeren, in deselve kekren
gen, en voir soo veel vergangelyk syn te
mogen repareeren
in Lalstelik alle het houtwert met een
eenvondige Couleur tot Conservatie vant selve
te mogen verwen alles volgens de afteijkening
nevens de voorschreve Requeste gevoegd
waarontrent de Ondergeteekende Stadhoudes
van welgem: quartier schout d'Eer heefs n
hoog Mog: te herigte., dat hij de voors kerk
schuus heeft geexamineert en bevanden
geconstitueert, gelijk de afkeckening hier
nevens gevoegd, waarontrent den ondergetee
kond sig aller gehoursaamst es refereirent
dat deselv kerk schuus is omringt, mes
Leeme wander, dat de selv in het Generaal
Veerhouwvallig en versleeken is, en aan
groote vernieuwing enreparatie onderhevig
dewijl sonder gedaar daarin geendienst
kan gedaa, worden, dat hij sig vervolgens
heeft geaddresseert hij den Baron van
Dongelhergen, en aande selv heeft gecom
municeert de Requeste vande supplianten
dat voirn: Baron van Dongelberge, aan
den Onder geteekende heeft gedeclareert