Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 11431, pagina 14

dat de Geallieerde Armée het eerste den togt naar
de Landstreeken van Wetzlar zou gericht heb„
„ben, terwyl de Fransche Armée die geene
was, die retireerde, en de andere haar volgde„
Het geen daar in als onrechtmatig zou
konnen gevonden worden, dat in eenen Oorlog, aen
Syne Koninglyke Majesteit, op eene ten hoog„
„sten onrechtmatige wyze aangedaan, des„
„selfs Arméé offensive ageert, ten zyde wan„
,neer God aen dezelve voorspoed gegeven heeft,
en de vyandlyke slegts defensive ageeren kan„
dat is niet te begrypen, zonder de exorbitant„
,ste grond- regelste voor onderstellen, Maer
indien de Baron van Wildman meent, dat
de Oorlog in 't gemeen aan de zyde van Syne
Koninglyke Majesteit offensive zij; dan schrift
hij tegen de evidentie der zaken.
Wanneer hij staende houdt, dat de Fransche
Generaliteit aen derzelver verzekeringe vol„
,daen hebben, dan moet hij noodzakelyk ver„
„staen hebben die van den 11 December 1758.
waer in aen het Ryks-Kamer- gericht het
inquarteeren van twee Bataillons, en het
bezetten der Laanbrugge is aangekondigd gewor„
,den; want anders is het notoir, dat de Fransche
Trouppen zo weinig Wetzlar, als Keulen, Bre„
„men, Frankfort Friedberg & Longeoccu„
„peerd gelaaten, en Welzlar zoo behandeld heb„
„ber, dat deswegen, aen de zyde van het Ryks
Kamer gericht en van den Magistraet, ge„
,gronde klagten zouden hebben konneninge
bragt
worden; en dat daar en tegen Syne Doorluchtigheid
de Herlog van Brunswijk, aen Syne toezeggen„
,gen volkomentlyk voldaen, en de attentie voor
het Ryks-Kamer=gericht zoo verre gepasseert
heeft, dat hoogst dezelve de Laanbrug, die
door de Franschen bezet was, niet heeft doen
aantasten, maar slegts door een Corps, onder
Commando van den Lieut: Generael van Wan
,genheim, heeft laaten observeeren.
Dochp de eerstgenoemde Fransche Facta
worden door de Keyzerlyken Ministers niet
aangehaald, maar verontschuldigd, ja zelfs
gerechtvaerd igd en mogen niet als bezwaer„
„nissen ingebracht worden; doch deeze mena„
gementen, door den Hertog da delyk betoont
wil men ignoreeren. En in plaetse van
dezelven word, door den Baron van Wildman
aangehaald en opgetooit eenep metsweerdi„
,gel gebeurten is, reeds voor het antwoord
van den Hertog van Brunswyk van den
14 Junij 1758 voorgevallen, en die de securi„
,teit van het Kamer=gericht niet raakt
dewijl een vijandlykee persoon, waar in
Wetzlar geene protectie had moeten gege„
„ven worden, door Husaaren, in de Stad
is opgezocht geworden,
Aan meergemelden Keyzerlyken Minister
staet men voor 't overige geerne toe dat
des bedenkelykheeden ontrent deeze zaek
van het uiterstee gewigt zijn en de gevol„
,,gen daer van niet anders, dan tot het scha„
„delykste nadeel van 't Rijk, uitvallen
konnen,: Want, hoep gewigtig en ten hoogsten