Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 11431, pagina 10

,stieren mogt betrokken hebben; maer veel meer
,declareerde dezelve, om alle pretexten wech
,de neemen, toen nogmaals, dat, schoon ook
,de andere onder zyne beveelen staande Trou„
„pen verder optrekken mogten, nogtans de
,zitplaets van het RyksKamergericht
,gerespecteerd en van Winterquartieren en
alle andere Krygs Exactien geeximeerd bly„
„„ven en volkomelyk verzekert zyn zou.
Elk zal zien en begrypen, dat deeze ver„
„klaeringen in zig behelsden, 't geen maer
eenigsins begeerd kon worden, om de zitplaets
van het Ryks-Kamergericht, tegens alle
ondernemingen Ls: van meergemelden Hertog
en van de onder hem staende Armee in vey„
,ligheid te stellen. Daar en tegen bepaalde
de Koninglyke Fransche Marechal, Prins
de soublse syne onder de gemelde bylagen
zig bevinde eerste verklaring van den 16 Julij
1758 No4) hier in, dat hij geene Guar„
,tieren, Hospitaelen en magazynen, inde
Stad wilde aanleggen; hij verzekerde ook
wel in dato 20 November van dat zelfde
Jaer, N. 6.) dat als nog, omtrent het be„
,zetten der Stad met Garnisoenen, de ques„
,tie niet was, dog verkondigde reeds den
11 December. Nog) dat hij twee Battail„
„lons in de Stad zou moeten leggen, om van
de in de Voorstad zig bevindende brug over
de Laan meester te blyven; En of schoon
hij in den brief van den 30 Ste dier zelfde
maand No. 16.) dezelfde zekerheden en Gxem„
tier
,tien beloofden, die zyne Doorlugtigheld, de Hertog
van Brunswyk beloofd had; zoo vondt hij evenwel
teffens desselfs verklaaring daerom ontoereckende
dewyl daar in niet bij name beloofd was, zig van
de zo evengemelde Laanbrug, langs welke een
aenval der Fransche qulertieren zou konnen ge„
„schieden, niet te willen bedienen.
Deeze beide laatste missiven van den Prince
de Loubize, de bekentenis van het Ryks
Kamergericht, in deszelfs reeds aengehaalde
Verhoog aen Syne Keyzerlyke Majesteit van
den 6 Januarij 1759. waar in gezegd word,
dat de Prins het gebruyk der brugge, tot
,nadere verklaaringe der Tegenpartye, uitge„
„stelt had, de missive van dat zelfde Ryks
gericht aen Syne Koninglyke Majesteit
van Groot Brittannien, van den 7 Dec:
1758 Bylage 8.), waer in wel voorna„
,,mentlyk mede verzogt was, dat desselfs
1 Armée zig van deeze, brugge tegen de Koning
pnlyke Fransche Trouppen niet bedienen
,,mogt; maar geenzins verzekert dat de
11 Prinze de soubize beloofd zou hebben, het
zelfde van zynen kant niet de doen, of
,voornemens zou zyn te belooven, maar
„zeer aenmerkelyk maar alleen is gezegt
„geworden dat het Ryks=Kamergercht
,bij de Fransche Generaliteyt reeds het reci„
„procum verzocht hadt,
en meer andere bylaegen, geeven de fiquuren
der kaerten duidelyk genoeg te kennen deeze
waeren zodanig gemengd dat het Keyzerlyk
Ryks-Kamergericht, 't welk zig te vooren