Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 11348, pagina 6

d'Heer Mauricius
dat: 28e. Januarij.
lec: 4. Februarij 1738. Wet Edele Gestrenge Heer.
Geval van
Andries Muller
Mijn Heer, Schipper Andries Muller, Burger
der Stad Amsterdam, gevoord hebbende het schip
de juffrouw Helena en Sara Anna, toebehoorende
aan den Heer Jan Hackman, mede Burger van
Amsterdam, heeft sich aanmij geaddresseerd om
hulpe en een Criant geval, het welk in zijn soort
seer Singulier is Het verhaal van het gebeurde
is vervat in de Eedelijke Verklaaringen, hier bij
gevoegd, waar toe ik mij, om redites te mijden,
met eerbied refereer.
de voornaemste omstandigheeden zijn deese, 1e dat
desselfs voor„
naemste omstan, de beroemde Heiligelanders met geweld possessie heb„
dagheden.
ben genomen van een schip, het avelk heel en gaaf
was, en N. op sestien vadem wvater ten Anker lag,
zonder eenige de minste schade, dan alleen, dat het
sonder voer avas. L: dat de gemelde Heiligelanders
geweeten hebben, dat het schip toebehoorde aan gemel„
den Schipper, en dat deselve Schipper met zijn volk
te Reixhaven actuelijck beesig was om hulp te zoe„
ken tot herstelling van 't Voer, gelijk hij ook wveinige
uuren na deese verovering daarmede avas gereed
geraakt. 3: dat ook effective menschen van Kua„
haven aan het schip zijn gekomen, om het selve
ten behoeve des gemelden schippers te herstellen,
of binnen te sleepen, doch dat de gemelde Heilige„
landers deselve op een geweldige wijse tot tweemael
toe van het schip hebben afgeslagen, hen stukken
hout opden kop Smijtende, en dreigende hen dood te
slaan; en eindelijk, 4e dat gemelde Heijligelanders
het schip aldeis met geweld veroverd hebbende, de Ka„
bels, waarop het (nogmaals M:) op sestien va„
den water ten ankerlag, gekapt hebben, en het
schip moedwillig op strand gezet, endus laaten
aanstukken slaan, na dat zij het onttakeld en ont„
laden
wat de geinteres„
seerdens daarbij
souden verliesen
onreghtwaerdigheid
der behandeling.
selfs nade Hol„
Steinsche Strand=
rechten
452
laden hadden. Wijders moet ik er bijvoegen, dat de lading
is gebragt na het Heiligeland, dat de Schipper reeds
derwaards is geweest om het schip, het wvelk hij meende
opgebragt te wveesen, ende lading te reclameeren, doch
dat hij gevonden heeft, dat men het schip had laten
aan stukken slaan, en omtrent de lading geen ander
Antwoord heeft gekreegen, dan dat men na Ropenha„
gen hadt geschreeven, om de goederen, als gestrand te
mogen verkopen, en de helfte te behouden voorstrand
recht. Vervolgens, soo deese proceduuren te Koppenha„
gen approbatie vinden, so verliest men hier, 1e de
helfte der lading. 2e. nog meer, dan de helft van die
helfte door 't verlies der gelding, dewijl de avaaren in„
dergelijke gevallen rompslomp op een plaats, daar
geen kopers zijn, gedistraheerd worden: En eendelijk,
3e. Het gantsche Schip, het welk meer avaardig is,
dan de lading: Een verlies, het wvelk te harder en te
crianter is, om dat men het moedavillig de gaijeté de
coeur (daar het heel en Gaaf was, en gemakkelijk
had konnen binnen gesleept, of gerepareerd worden)
heeft laaten aan stukken slaan: Een procedure, die
wvaarlijk buiten Exempel is; avant in de vorige
gevallen van het Schip St. Peter, en vande twee Smak„
ken van Cornelis Claassen, en Oudman Jurrians
heeft men altijd de scheepen, Schoon se effective bescha„
digd waren, nogaltijd wederom gegeven.
Ik hebgeen Argumenten nodig wvel Edele Gestrenge
Heer, om te toonen, dat dergelijke Violentien strijden
tegen alle Eegelen van Equiteit en menschelijkheid,
en een Exemplaire Straf verdienen. Alleen acht ick
nodig hier bij te allegeeren vijf Extracten uit de succes„
sive Holsteinsche Strand Ordeningen, waaruit klaer
blijkt, dat de wetten, waaraan de Heiligelanders on„
derworpen zijn, dergelijke barbaarsche Handelingen
zelve ten hoogsten condemneren, Immers blijkt daer„
uit klaar, dat tot fundatie van Strandrecht gesup„