Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 11317, pagina 72

Den heer Zegelbewaarder versekerde ons, dat
aan den heer Bissy te Weenen, onbepaalde ordres
waren gesonden, om alle de Vertogen, instantien
en versoeken, ten dien einde door den heer
hamel Bruinincx te doen, op het kragtigste te ap„
puyeren, en dat hij bereids en meermalen de
Keizerlijke ministers, die zighier bevinden, daar
over serieus hadde, onderhouden, en dat nogh
desen dag het selve op de meestkragtigste wijse
zoude doen.
Wij sullen evenwel niet nalaten van den inhoud van
brief van den vier en twintigsten Junii laatstleden
door die van Emden aan haar hoog Mogendhed:
geschreven een extract inde Franschetaal te
maken, om aan de heeren ministers van dit hof
te doen te doen sien, tot welke hoogte de verdruk„
kingen van die van Oostvriesland, door de voort„
gangh der execatien van de Furstelijke regeringe
geklommen zijn.
Wijders is ons in die conversatie nietwes voor„
gekomen haar hoog Mogend: attentie waerdig:
blijvende de zaken tot nadertijding uit Spagne
inde vorige suspensie:
Gemelde heer Zegelbewaarder staat inde volgen
week hier niet te komen, ten ware ietwes van
gewigt quam voor te vallen; maar zal zigh
voor eenige dagen na Chatillon begeven om
wateren te gebruiken.
Waarmede verblijven
Wel Edele Gestrenge heer Aca. Parijs den
8. Julii 1729. (was getekent, C: Hop.
S: Hurgronje, S: Van Goslinga.
Par: Wel
Julii.
Vrankrijk.
Secretaris Paravicinij
Dat: 8.
Julii 1729. aan den Griffier,
Rec: 12
67.
Wel Edele Gestrengen Heer.
Ik hebbe met alle respect ontfangen haar hoogh
Moghend: seer geeerde resolutie vanden agt en
resolutie
ten behoetwintigsten Junii, genomen op de requeste van
vevanden
den heer Pierre Andre Grave van Fauitereau De Beau
Grave van
vean Ridder, Baron van Garambouville Groot Es„
Fautereau
Beauweauchanson van Sijne Majesteit van Vrankrijk, na
welkers inhoudik mij met alle onderdanige gehoor„
ontfangen.
saamheid sal gedragen.
Bijmanquement van Schrijfwaerdige Hoffe, heb
ik de voorgaande post, de eer niet kunnen hebben
Uw Wel Edele Gestrenge op te wagten, en alschoon
er jegewoordig nogwainig valt te melden, de attentie
van Un Edele gestrenge meriterende: zoo oordeel
ik egter van mijn pligt, het selve, onder versekering
van mijn schuldig respect, aan Uio Edele Gestrenge
te moeten mede deelen.
De conversatien roulleren jegenwoordig alhier, meest
op het einde tot het welke de jegenwoordige gecon„
jungeerde esquadres van Groot Brittannien en
haar hoog Mogend: zijn gedestineert, waar ontrent
verscheide gissingen, en chimerique raisonnementen
werden gemaakt, en seer verlangt om den uitslag
daar van te weeten.
De terugkomst van den Courier Banniers werd ook
met geen minder verlangen te gemoed gesien: dewijl
men hope heeft dat deselve gechargeert zal wesen
met depesches die de pacificatie van geheel Earopa
7.