Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 11180, pagina 20

plaetsen gereet, om opde eerste ordre te connen
marcheren ende alle Turcksche attentaten opt
mogelijckste voor te comen, het Guarnisoen van
Mongatz is wederom sterck uijtgevallen, maer vande
keijsersche soodanigh ontfangen geworden, dat sij lucx
met verlies van eenige vijftich dooden, eenige
gevangenen ende veele gequetsten, wederomdaer
binnen hebben moeten salveren, onderentusschen
heeft men bij soo een ongestadigh weer noog niet hooft=
saeckelijcx opde gemelte plaetse konnen tenteren.
xixs
Uijt Craatien komnt, dat de Turcken tot Essecken
ende andere plaetsen met de fortificatien sterck
voortvaren, ende deselve plaetse, midtsgaders de aldaer
wesende brugge, op alle manieren trachten te maintineren
tot welcken eijnde noch inde vier duijsent Janitsaren
aldaar sijn aengecomen. Daer sijn welde Turcken
van daer eenige mijlen uijtgelopen, doch vande onse
met hare groote schade te rugge gedreven geworden,
hiermede.
Hooch Mogende Heeren Rr. get, Abraham
Sebaldt.
Amanuensis vanden heere Hamel Bruijnincx
rec: 5e. Maart 1686
Translaet teijt het Roochduijts
Weenen den 21 Februarij.
1686
Hooch mogende Heeren.
Wijnheeren.
De Sevenberghsche gesanten
hebben alhier wel versoeck gedaan, datmen met de porta
opde offererende favorable conditien, den breede mochte
ingaen, 'twelck haer echter rotinde affgeslagen is
geworden.
Uijt Opperhungarijen kanttijdinge, dat sich de seven=
berghsche stenden noch bestandichlijck, de inquartieringen
opposeren.
van Casschauw heeftmen, dat de rebellen tot Mongatz
naer dat sij, als onlanghs geadviseert met vlies van
vijftichdooden gerepousseert sijn geworden, andermael
Dat den Seckelij volcomentlijck gelibereert is, is nut
seecker, ende neert deselve tot Groot Waradijn
wel getracteert, gemelte beckelij heeft aen alle
omleggende Ongarische plaetsen mandata geschickt,
dat sij hem vande keijsersche alle kondschap sullen
laten toecomen, oock heu, midtsgaders den sijnnen
met genoechsaeme levens middelen bedienen; Doch soo
wanneer eenige sulcx niet en souden naecomen,
de overicheijt in die selve plaetsen in soodanigen
gevalle, sonder uijtstell aenspreeckelijck soude
sijn.
Den heer Generael Heusler Staet met sijncorps
eenige mijlen herwaerts bij Guila om opde uijt=
comende Turcken te vigileren, dewelcke den heer
Generael rercij met drie hondert duijtschen te voet
ende eenige ruijters, oock vijfthien hondert hongaren
versterckt heeft Gegemelte hongaren, die te voren
den Teckelij hebben gedient, hebben wederom het
Turamentum fidelitatis willen presteren,
twelck evenwel den heer Generael Heufler

niet heeft geaccepteert met antwoort, dat hij aen hare
trouwe nietentwijffelde. hiermede
Hoogh Mogende Heeren dca. pet, Abrahan„
Sebaldt.
Te ranslaat uijt het Hooghduijts
Weenen den 24 februarij 1686
Hoogh Mogende Heeren
Mijn heeren. Sijnne D. den Churprince tot Paltz
is van intentie, om den 4en. martij van hier naer Dusseldorp
te vertrecken, maer sijnne Gemalinne sal sion nooh tot
manuensis vanden heere Hamel Bruijnincx
rec: 9en. Maart 1686
stercker, als te vooren, sijn uijtgevallen, de 15.
onse in eene verschanste plaetse overrompelt,
bijde tachtich ter neder gemaeckt, die plaetse
geruineert, ende 't geene sij daerinne hebben gevonden
mede genomen.