Blader door transcripties » Stadsarchief Amsterdam

archieftoegang 5075, inventarisnummer 2284, pagina 20

gt
ge
#Smorgens de klocke
tusschen acht en negen
uren
ompe. &c Jan Claasz Jan knecht, woonachtigh binnen deser stede
ini notario bekent. Ende heeft geconstitueert ende mactien
gemaakt mits desen Pieter pama sijn swager mede alhier
woonachtigh, Omme uijt den name en van wegenhen
Constituant te compareren voor de E heere schepenen alhier
ende aldaar op te dragen ende quijtte schelden aan ende ter behoeve
van Lijntje Ariseerder wede van Jan Harmansz ende ni
huijsvrouwo van Hendrik Cornelisz vleeshouwer een huijs ende
Erve staande alhier opte hoeck van St. Barbarstraat
ende dat met sodanige servituijten ende vrijheden als d' oude brieven
-
sijn mede brengende, Behoorl. brieven van opdrachte in
korma te passeren, de koperse daarinne te goeden en vesten, bij
hem constituant daar van te ontgoede ende outvesten, vande
kooppenningen monterende ses duijsent gul. behoonl. kustingh
brieve te ontfangen ende oper te nemen, Onde vorder dienaangen
alles te doen ende te Drichten weshij Constituant present sijnde,
soude kennen, mogen, ende behoren te doen Belovende voorgoet
vast, ende van waarden tehouden ende doen houden, alle 'tgend bij
sijn gemelte swager hierinne gedaan ende Dricht salwerden
ondert verbant als na rechte, sonder argh ofte lut
In Amstelre. desen xven. maij ao. xviC sestenvijftigh Ter
presentie van Jan Levijn Kerckbergh ende Gerrit Levijn
als getuijgen hier overgestaan
Jan Laessentans noch
4 Thuijn Kercsberen
Tmerck gestelt bij
Saut levijn
J:deWinter N.P.
Compareerdes &c d' Eersame jan Mulder, wijnslater
out 41 jaren, ende Jacob Jacobsz schuijtevoerder out 30
jaren,/ respective binnen deser stede woonachtigh, Ende
hebben ten versoecke van S. albert Lemmerman koopman
al hier Onderpresentatie van desen Solemmelik te bevestigen
verklaart, ende getuijght hoe waar is, dat sij getuijgen op misteren
achtent tugschen acht en negen men sijnde den vijftienden
deser lopende mants maijten versoecke ende neffens den 2eq
haar hebben getransporteert ende vervoecht int schip de
koningh david, daar schipper op is jan minck van Ham¬
borgh leggende voorde palen buijten de Kraans boom
deser stede, gecomen van Malga, alwarden reqt. ten
ovestoan van hengetuijgen vanden schriver van1 voorsz.
schip versocht lossinge ende beverantie van seckere Cijne
35
reqe ingeladene spaence wijnnen, kaeff, en langh rosijnen
volgens koguossement, waar op de voorsz schriwer antwoorde
mijn schipper is niet scheep,/ en ick hebgeen ordre om u goet
te leveren, Ende hebben sij getuijgen neffens den 20q
vervolgens gesien, dat int ruijm de tosijnen opde win gestuwt
ende hiet en daar gestroijt lagen, ende dat verscheijde van
des requirants pijpen wijn omtrent twee derde parten
wan waren, ende seerreddeloos, Oock onder anderen een pijp
op zijn ent gevonden, daar van de bovenste kunhoepwegh
ende de twe daar aan volgende hoepen los waren ende daar
door de leckagie op die pijp gevollen, gecauseert was
Ende hebben wijders hij getuijgen gesien ende bevonden dat des
1
3eq. goet wierde gelost en overgeset in seker lichter
die aamboort lagh d'welcke denschrijver seijde dat bij
sijn schipper gehuurt was) Ende wierde onder andere
de korff rosijnen seer oncordentelijck overdiers tussche
de pijpen ingesmeten, oock de wijn Ctegens het gebruijck
i
daar ^ drij hoogh gestelt,/ tot grote verswackkingh en
leckagie Verklarende wijders sij getuijgen, dat sij al
ten selventijden neffen den reqt haar mede hebben
Dpoecht in seecker lichter die op pampus uijtvrss
schip de koningh Davidgelost had leggende ^ bijt
kamper hooft / alwaar den 30q. aanden knecht
alsoo den schipper niet scheep en was mede versocht
leverantje van sijn voorss goed; 'twelck de knecht seijde
niet te kinnen leveren / alloot door den voorss schipper
Jan Minck gearresteert was, Aldus verklaort v
binnen Amstelredamme desen xxiien maij ao. xviC. sessenvijftigh
Ten preschitie van Jacob hamel ende Gerrit Bosman
taan
als getuijgen hier overges
Jan mullen
J: Hamel
J Bemen
ImdrelP gesoelt bij
Jacob Jacobsz
J:deWinter N.P.