Browse transcripts » Amsterdam City Archives

archive access 5075, inventory number 12881, page 490

Op den Twaalfden Junij des Jaars Seeventien hondert seeventig compareerden voor mij Hermanus van Heel Notaris te Amsteldam bij den Hove van Holland geaduit, teert 1 Mij Willem Imkes Stierman Pier Piersz Timmerman Claas Lieuwesz Bootsman en Hendrik Hoogenberg Mattrous zijnde alle van genoegsaame ouderdom en in de opgemelde bekieningen laast gevaaren hebbende op het schip genaamt de Willem en Jan gevoert door schipper Claas Obbes oulangs van Dantzog voor deese stad gearriveert dewelke bij deesen voor de oprechte waarheijd ter requisitie en behoeven van deselve ClaasObbes schipper van het schip de Willem en Jan en ten behoeven van die het verder zoude mogen aangaan, hebben getujd en verklaart. dat in de maanden Apil en Maij deeses Jaars 1770 te Dantzig in de stad en op de Rheed in hun getuijgens schip, zijnde digt negt en in vereischte staat om goederen over dee te hunne voeren, is ingelaaden een lading bestaande in twee parthije rogge, due parthijen tarn doe parthijn rollen linnn, agt sacken woll, vier Kacken linnen mitsgaders eenige vaten en pakjes Koopmanschapper t geen alles wel en naa behooren in hun getuigens schip, dat wel was geganiert, is geplaast en wel besorgd geworden, zijnde de partligee graanen met matwerk van elkanderee gesepareert, mitsgaders naa het inneema des lading de luijken van hun getuigens schip niet praesenningen gedckt en digt toegeschalkt als meede de masten en pompe niet kraage versorgt zijn geworden dat zij getuigen daar op met het selve hien schiep o den 10e. Maij deses Jaars 1770 niet van de Rheede van Dantzig in zee zynde gestooken gedestineert naar deese stad, des 13e. dito door den droogen zijn gekoomen en des nachts in de zoud geariveert van waar zij den 14e. dito met een Oostelijke wind naar herwaarts zijnde vertrocken, den 19e. dito niet hun schip in het Vlie zijn binnen gekoomen, dat zij den 20e. dito daar op net hun schip tot ie het zuijd Ooster Rak zijnde opgezeijlt, aldaar in