Blader door transcripties » Stadsarchief Amsterdam

archieftoegang 5075, inventarisnummer 12812, pagina 400

Maasterland zijn binnen gekoomen, alwaa
zij getuijgen met hun schip zijnde opgehouden
door contrarie winden tot de 8 Januarij deses
Jaars 1753 sij getuijgen als toen met een lvte
aan boord uijt Maasterland sijn geheijlt
dat het den 10e dito een Storm waaijende
zij getuijgen als toen voor een zeijl in besaan
moetten leggen en seer veel water overklee¬
gelijk mede den 11e. dito, van welke tijd in
den 18e: dito zij geduurig werden overvallen
stortingen
door stoen en veel Zeewater op hun schip
kreegen, dat zij getuijgen dien 18r dito een
loots van Jer schelling aan boord bekoomen
hebbende, vermits het hardwaaijde en lij
getuijgen het gat van het Vlie moesten int
veeren ten besten en behoud van schip en ladie
met gemeen overleg van 't scheepsvolk een
voor zeijder hebben aangenoomen, die hun
schip in't Olie binnenbragt en dat zij getui¬
gen den 24e. dito met een loots aan boort uijt
van daar zeijlende in't zuijd Ooster Rack
ten anker sijn gekoomen, dog dat het des naelt
sterk vriesende zij getuijgen weder van daer
genoodsaakt waaren naa het Vlie te zeijk
dat zij getuijgen meenende den 25e. dito op het
perevelt te komen, sij getuijgen sulks verwit
de Vorst met konden doen door de steke
welke onst met veel ijs geduurende den 28
dito, vervolgens op den 27e. dito des morgens
een veldijs en daar nevens een Zweeds schip
genaamt Colius, gevoert door schipsper Jacob
sloot, 't geen ooor ^ anker lag en driftig Haakt
voor de boeg van hun getuijgens schip is ge¬
konnen die het bek en achterschip van
Sweede
dat
ijgens schip vrij wat beschadigde

dat hun getuijgens schip van dat Zweede
schip ontslagen zijnde geraakt, met de
vloet, moesten vlichten en resolveerden
niet nog seven scheepen tegens de walge¬
naamt het schellings hals aan te setten o
waar zij getuijgen met hun schip westen
blijven sitten tot den 8 februerij toen weder
chij
met hun in vlot water sijn gekoomen, dog de
nog veel ijs drijvende zij getuijgen den5 dot
met behulp van een lootsschuijt ter oorlaat
van het ijs hebben moeten verseijlen naa be¬
oude Vlie genaamt 't lagtebed en aldaar het
op de wal geset hebbende eerst den 18 febr¬
arij wede van daarin vlot werter sijn gehooe
en den 22 dito met behulp van een voorzeijl
der het vlaak gepasseert zijnde
den 26e. dito
met hun schip voor deese stad zijn geeniveert

wanneer de loots eerst is van boord ^ gegaan
Laastelijk verklaaren zij getuijgen, dat
l
zij getuijgen, de requirant hun schipper en
het verdere scheepsvolk geduurende de gehee¬
le reijse en insonderheijd in de opgemelde
stormen alle sorg en vlijt hebben aangewend
om de lading voor gevaar, naltigheijt en be¬
derf te behoeden en dat mitsdien soo eenige
beschadigtheijd aan de lading mocht sijn
toegebracht, sulks naa alle waarschijnelijk
heijt sal zijn toegekoomen in de opgemelde
stormen en het Zeewater 't geen als toen op
en over hun schip is op en overgeslaagen en
geensints door versuijm, wandevoir of achten
loosheijt van hen getuijgen, de requirant hun
schipper of iemand van het scheepsvolk
als zijnde in tegendeel op alles vlijtig ge¬
past, de pompen lens gehouden en voortove
rige vereischte Zeemanschap geoeffent ge¬
lijk zij getuijgen mede verklaaren van de
lading niets te hebben gestoolen of ontvreemt
of dat sulks door iemand anders, voor Sro
verre zij getuijgen weeten is geschiet, maar
dat alles geto naa het arnwement van
hun schip voor deese stad getrouwelijk is
gelost en uijtgelevert,
Gevende zij getuijgen voor reedenen van hen
lieder wetenschap, dat zij hun verklaarde
hebbende bijgewoont en ondervonden, 't selve
wel weeten en geheugen, en wijders indiervoe
gen door hen hier vooren gedeposeert is, be¬
reijd zinde t selve met Eede te bevestigen
Gepasseert binnen Amsteldam in præesentie
van Iaae Brouw en Leendert Jacobus Costert
als getuijgen
Jan Permen
Gristigun Dunken
vganlyk Jan
Isaac Brouw
Joter
HM
H:V: Heel
Notaris