Blader door transcripties » Stadsarchief Amsterdam

archieftoegang 5009, inventarisnummer 6676, pagina 7

No. 9
¶„ zesen twintig
1. achter twintig
Twee renvooien
en de doorhaling
van zes woorden
goedgekeurd.

A. B. Vorr
JL Terwoge
J Le torensteer
dive ik
HGBerne
domel
Echtscheiding, uit
gesproken bij vonnis
der Rechtbank te Amster
dam van 7 April 1955
ingeschreven te Amsterdam
heden 6 September 1955.
A. Zuiden
Heden twee Juli negentienhonderd een en veertig
verschenen voor mij, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand van Amsterdam, ten einde
een huwelijk aan te gaan:
Seelig, Paul Paribatra, musicus
twonende alhier, oud vijfententig Jaar
getoren te Bandoeng in Nederlandsch- Indie
meerderjarige zoon van: Veelig Paut
Johann koopman, en: Alberti Louise
Mathilda, zonder beroep beiden wonende
te Bandoeng, voornoemd en
Gerroogt Anna Bertha, zonder beroep,
geboren en wonende alhier oud zeven
twentig jaar meerderjarige dochter van
Versoogt, Johannes Hester Lambertus,
oud drie en zestig jaar arts en
Storm van Leeuwen Hendrica Lucreha
oud twee en vijfti jaar, zonder beroep
beiden wonende alhier. De ouders der bruid
verklaarden mij bestemming tot dit huwelijk
te geven. Uit een proces-verbaal van woschen
komst van den kaatanrechter alhier blijkt
dat de vader des bruidegoms op de oproe
„king niet is verschenen en de moeder
des bruidegoms heeft verklaard haar
toestemming tot dit huwelijk te geven
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier
Bruidegom en bruid verklaarden mij, elkander aan te nemen tot echtgenooten en
getrouwelijk alle plichten te zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken
staat zijn verbonden.
Daarop heb ik, in naam der wet, verklaard, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn
verbonden.
Ads getuigen waren tegenwoordig: Schr Albertus Johannes
Adrianus leeraar, oud vier en dertig
jaar, wonende alhier, en: Beesink,
Herman Johan koopman, oud een en
dertig jaar, wonende te Gorssel
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
No. 10
Heden twee Juli negentienhonderd een en veertig
verschenen voor mij, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand van Amsterdam, ten einde
een huwelijk aan te gaan:
van Zaanen Jacob kantoorbediende
getoren te Ransdorp, wonende alhier,
oud dertig jaar meerderjarige zoon
van: van Zaanen, Jacob en: Tromp,
Hilletje, beiden overleden en
te Sas, Josephina Catharina, zonder
beroep geboren en wonende alhier, oud
drie en twintig Jaar meerderjarige dochter
van: te Pas Johannes Jurriaan,
oud drie en zestig jaar, kapper en:
Peil Christina oud zestig par
zonder beroep beiden wonende alhier.
De oeders der bruid verklaarden mi
toestemming tot dit huwelijk te geven
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier
Bruidegom en bruid verklaarden mij, elkander aan te nemen tot echtgenooten en
getrouwelijk alle plichten te zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken
staat zijn verbonden.
Daarop heb ik, in naam der wet, verklaard, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn
verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig: van Vuire Klaas
zwager zes bruidegoms, measseerder
oud een en vijftig jaar en: te Pas,
Johannes Juriaan broeder der
bruid kopper oud een en dertig jaar
beiden wonende alhier
110
om cn


Veroff
BJRun
C
Wh Verweger
H JSorae Leeau
JZoaner
WMeuwell
J Joore

JC. de San JJJte
J
JJ te Pal en
ch Peil