Blader door transcripties » Stadsarchief Amsterdam

archieftoegang 5009, inventarisnummer 1114, pagina 8

Op heden den yfen Twintig January des Jaars Achttienhonderd Tweeen-Dertig,
des morgens ten Elf uren, zijn voor ons Ondergeteekende, als Wethouder, daartoe
ingevolge Art. 95 van het Stedelijk Reglement door den Ed. Achtb. Heer Burgemeester benoemd;
verschenen, ten einde een Huwelijk aan te gaan;
Johannes Coenraad Arends Kok, Geboren te Leyden
wonende Alhier, Oud Vijf en Dertig Iaren, weduwen aan
van Magdalena Margaretha Leippert, Meerderjarigen
zoon van Johannes Coenraad Arends- gien beroep, en
Margrita Foekenburg wonende Alheer. — En
Anna Barbera Leippert. Geenberoep, Geboren en
wonende Achier, Oud Drie en Twintig Jaren gedt
Evang: Luth: 31 Iuly 1808) Meerderjarige Dochter
van George Ada Leippert, overleden- en Jacoba
Kooij geenberoep, wonende Achier ten andere zijde-
En konsenteerden de Vader des bruidegoms, mede namen
zyne Echtgenoot, in de Moeder der bruid, personeel in dezen
Echt.
De voorafgaande Acten, welke, nevens het zesde Hoofdstuk van het Huwelijk, volgens de Wet
van 25 Ventose van het Jaar Elf, voorgelezen zijn, bestaan, ten eersten: in een Extract uit het
Register der Afkendigingen, behoorlijk zonder verhindering Alhier geschied den
Eersten en Achtsten dezer.
ten 2dende Doopcedullen der verloofden.
ten 3den de Doodsedul der vorige Vrouw des bruidegoms
ten 4den Dispensatie van L: M: in dato SHlage
25 November 1831 No 92, van Art: 162 van het burger-
lijk Wetboek.
ten Iden de Doodsedul des Vaders van de bruide
ten dende Geboortefedal van: Johanna Parbara Arends.
Alhier Geboren 8. Jan: 1832: welk kind de verloofden
ons verklaarden bij deze te Echten.—
waarna wij hun, bij name en afzonderlijk, hebben afgevraagd: of zij elkander aannamen als Man
en Vrouw; het welk door hun, ieder in het bijzonder, met ja beantwoord zijnde, hebben wij in
naam der Wet uitspraak gedaan: dat zij door het Huwelijk zijn vereenigd; alles ingevolge het derde
Hoofdstuk der Wet van 20 Ventose, van het Jaar Elf, en in tegenwoordigheid van
des Echtgenoots Vader, Oud Negen en Zeventig
Johann Hohender, Sjouwer, Oud Pieren Zestig
Johann Jacob Burger, Suikerbakker, Oud Acht
en Dertigen in Gerrit Kok, Melkverkooper, Oud
Veertig Jaren — Allen wonende Alhier.
waarna wij hun, bij name en afzonderlijk, hebben afgevraagd: of zij elkander aannamen als Man
en Vrouw; het welk door hun, ieder in het bijzonder, met ja beantwoord zijnde, hebben wij in
naam der Wet uitspraak gedaan: dat zij door het Huwelijk zijn vereenigd; alles ingevolge het derde
Hoofdstuk der Wet van 2e Ventose van het Jaar Ek, en in tegenwoordigheid van
der Echtgenoots Vader, wonende als boven gemeld, Oud
Vyfen Vyftign Eenst Hendrik Kok, Goeder, wonende
als voren Schoenwaker, oud Acht en Twintig
Sywen Christiars, zeeman, oud Drie en Vyftig.
in Lodewijk Ghijs, Kommissionrair, oud Levenen
Veertig Jaren. — Belde wonende Alhier.
Zijnde deze Acte door ons vervaardigd en voorgelezen aan de Comparanten, welke met ons hebben
geteekend. verklarende der hoeder niet te kunnen schrijver
I Crifois
VanTinter
Red Ke
L„ Ghijs
C M Koors
J: H: Kok
6
Op heden den Vyfen Twintig January des Jaars Achttienhonderd Twee en-Dertig,
des worgens ten Elf uren, zijn voor ons Ondergeteekende, als Wethouder, daartoe
ingevolge Art. 95 van het Stedelijk Reglement door den Ed. Achtb. Heer Burgemeester benoemd:
verschenen, ten einde een Huwelijk aan te gaan,
Gerrit Kok Iuinur, Geboren te Baambrugge wonende
onder Heemstede, Oud Zes en Twintig Jaren,
Meerderjarige zoon van Jan Hendrik Kok, Iminier
en Gesina Goossink, wonende te Baambrugge. - ter
Eene. —
Elisabeth Moriana Koors. Dienstbode, Geboren en
wonende Achier, oud Negenen Twintig Jaren (ged.
Evang: Lutt: 3 febr:i 1802 De Heerderjarige Dochter van
Matthijs Pieterse Koors- en Anna Maria Wil
beide overleden - ten andere zijde.
En konsenteerden de buders des bruide goms personeel
in dezen Echt.—
De voorafgaande Acten, welke, nevens het zesde Hoofdstuk van het Huwelijk, volgens de Wet
van 25 Ventose van het Jaar Elf, voorgelezen zijn, bestaan, ten eersten : in een Extract uit het
Register der Afkondigingen, behoorlijk zonder verhindering Alhier en te steemste de
geschied den Achtsten en Vyftienden dezer.
ten 2dende Doopcedullen der verloofden.
ten 3den de Dooesedullen der Ouders van de bruid: die
ons met de ondergemelde getuigen onder aan bod van
eede verklaarde den dood, ofschoon onbekendteid den
plaats van overlijden of laatste woonplaats tarer Groot„
Onders
waarna wij hun, bij name en afzonderlijk, hebben afgevraagd: of zij elkander aannamen als Man
en Vrouw; het welk door hun, ieder in het bijzonder, met ja beantwoord zijnde, hebben wij in
naam der Wet uitspraak gedaan: dat zij door het Huwelijk zijn vereenigd; alles ingevolge het derde
Hoofdstuk der Wet van 2e Ventose van het Jaar Ek, en in tegenwoordigheid van
der Echtgenoots Vader, wonende als boven gemeld, Oud
Vyfen Vyftign Eenst Hendrik Kok, Goeder, wonende
als voren Schoenwaker, oud Acht en Twintig
Sywen Christiars, zeeman, oud Drie en Vyftig.
in Lodewijk Ghijs, Kommissionrair, oud Levenen
Veertig Jaren. — Belde wonende Alhier.
Zijnde deze Acte door ons vervaardigd en voorgelezen aan de Comparanten, welke met ons hebben
geteekend. verklarende der hoeder niet te kunnen schrijver
I Crifois
VanTinter
Red Ke
L„ Ghijs
R0