Browse transcripts » Amsterdam City Archives

archive access 5009, inventory number 5860, page 8

No. 11 Heden twaalf Januari negentienhonderd acht en twintig zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan: Hendricus Johannes te Pas, oud vier en twintig jaren, drogist. geboren enwonende alhier, meerderjarig, zoon van Hendricus te Pas, oud drie en zestig jaren, meesterknicht en van Johanna Carolina Moeshart, oud zestig jaren, zonder beroep, beiden wonnnde alhier en Reintje van der Veen, oud drieentwintig jaren, zonder beroep, geboren en wonenden alhier, meerderjarig, dochter van zoeke tbenses van der Ieen en van Antje Meintes, Nijland, beiden 1 verleden De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier een en dertig December des vorigen jaars Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en ge trouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat ver bonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk gan elkander zijn verbonden. Als getuigen waren tegenwoordig: Mense van der Veen; oud dertig jaren, agent van politie, broeder der bruid ten Louis Zwart, oud vier en twintig jaren, handelsruziger, Swager des bruwegoms, beiden wonende te Amsterdam Waarvan kte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen. No. 12 Heden achttien Januari-negentienhonderd acht en twintig zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan Johannes Jacobus Kuiters, oud een en twintig jaren, gemeente arbeid er, geboren en wonende alhier, meerderjarig, zoon van Hubertus Nicolaas Kuiters, oud driee vijftig jaren, kleermaker, en van Catharing Jacoba Elizabeth Broer, oud drie en vijftig jaren, zon der beroep, beiden wonende alhier en Bertha Ulmer, oud achttien jaar. zonder beroep, geboren en wonende alhier, minder jarig, dochter van George Hlmee, haven arbeider, en van Hermina Elisabeth Douwes, oud vijfen zestig jaren, zonder beroep, beiden wonende alhier. De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier zeven Ja nuari dezes jaarsDe ouders des bruidegoms en de moediedo bruid, allen alhier aanwezig, verleenden hunne toestemmen, tot dit huwelijk, suns zulks de vader der bruis, blijkens de hier bij behoorende een thuticke akte. Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en ge trouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat ver bonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden Als getuigen waren tegenwoordig: Hermine Elisabeth Ulmer, oud veertig jaren en Geertruida Ulmer oud achtentwintig jaren, beiden zonder beroep, beide wonnde alhier en beiden Zusters der bruid. Waarvan alte Waarvan kte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen. H te Pas MJa Veen R vd Veer k Lnnans H6 e Pox J C Sboeshart HE Deuves J J. Kuiters 9 B. Hlmer H E Ulmer H N Ruiter G. Ulmer C Broer