Blader door transcripties » Stadsarchief Amsterdam

archieftoegang 5009, inventarisnummer 5764, pagina 6

No. 389 Dit huwelijk iansborder door hesdornis der dicksbark te amsterdan van 6 Januari 1944 en de in schrijving te amsterdon heden 27 Juni 944 Weuum negentienhonderd zeven en twintig Heden veertien Juli zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan Hubertus Franciscus Janmaat timmerman, geboren en wonende alhier, oud zesentwintig jaren, meerderjarige zoon van oenraad Janmaat, oud zesenzestig jaren, timmerman en Elisabeth Maria Hubertina Krauth, oud tweeenzestig jaren, - zonder beroep, beiden wonende alhier en Jacoba Adriana Sallesen, zonder beroep, geboren en wonende alhier oud eenentwintig jaren, meerderjarige dochter van Terdinand Adrianus Jallesen, bootsman ter koopvaardij wonende alhier en Jacoba Huisman, overleden. De ouders des bruidegoms verklaarden, voor mij tegenwoordig, toe te stemmen in dezen echtDe vader der bruid heeft, blijkens hierbij overgelegde authentieke akte, in dezen echt toegestemd De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier den vyfentwintigsten Juni laatstleden. De bruidegom verklaarde, met toestemming der moeder - bruid, bij deze te erkennen een kind genaamd Jacobus Adrianus Pallesen, alhier geboren op tien April negentienhonderd vierentwintig zijnde dit kind reeds door de moeder erkend bij akte van vijf Juni negentienhonderd vierentwintig verleden door den Ambtenaar van den Burgerlijken Stand, alhier. Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden. Als getuigen waren tegenwoordig: Hendrik Keijzer, handels 8 reiziger, oud vijftig jaren en Pieter Rort werkman, oud achtenzeventig jaren, beiden wonende alhier Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen. No. 390. Heden veertien Juli negentienhonderd zeven en twintig zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan: Johannes Cornelis Clodius, huis schilder, geboren en wonende alhier, oud dertig jaren meerderjarige zoon van Pieter Abraham Clodius en Johanna Berendina Tapking, beiden zonder beroep en wonende in de gemeente Hilversum en Maria Paulina Louisa Steenman zonder beroep, geboren en wonende alhier oud vijfentwintig jaren, meerderjarige dochter van Franciscus Johannes Steenman loodgieter, wonende alhier en Maria Paulina Louisa Meijer, overleden. De vader der bruid heeft, blijkens hierbij overgelegde authentieke akte, in dezen echt toegestemd. De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier den tweeden dezer maand. Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat ver bonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden. Als getuigen waren tegenwoordig: Johannes Jacobus Franciscus Steenman, broeder der echtgenoote, loodgieter oud eenendertig jaren, wonende alhier en Nicolaat Jacobus van der Elst, zwager der echtgenoote chauffeur, oud achtentwintig jaren, wonende in de gemeente Voorschoten Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen. Haeiser H O 4 Janmaal. IV. 930 van soest Vbrf J. A& Palleren E. Janmaal ap 1 Houth N J.C. Oloduit JJ.J:F Steenman PC HeenmianSe van soest Elnd 6 NJ v/d MV