Blader door transcripties » Stadsarchief Amsterdam

archieftoegang 5009, inventarisnummer 5669, pagina 11

No. 112
Heden hei Maart negentienhonderd zes en twintig
zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een
huwelijk aan te gaan:
Johannes Hermanus Koenen, cartonnage
werker, geboren inde gemeente Nymegen, wi
nende alhier, oud drieentwintig jaren
meerderjarige zoon van Anten Henrich
Koenen, oud een en vyftig jaren
kasterslooper, en Gezina Berendina
Hendriks oud zeven en veertig jaren, zon„
derberoep, beiden wonende alhier, en
Maria Adriana Elisabeth Deurloc
zonder beroep, geboren inde gemeente Leiden
wonende alhier, oud negenentwintig
jaren, van echtgescheiden echtgenoote
van Antonius Majoor, meerderjarige,
dochter van Johannes Josephus Deurloo
kassierslooper, en Joanna Maria Digna
Hendrika Sevenstern, zonder beroep,
beiden wonende alhier, De ouders des
bruidegoms verklaarden voor mij tegenwoor
dig toe te stemmen in dezen echt.
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier teneen en
dertigsten October taatstleden
Bij deze akte is tevens overgelegd een proces-verbaal
van tusschenkomst van den Kantonrechter te
Amsterdam, van veertien November negentien
honderd vijfentwintig waaruit blijkt, dat de
ouders der bruid bij hunne wergering tot het
geven van testemming tot dit huwelyk zijn blyven
volharden.
Bruidegom en bruid verklaarden, de eerste
met toestemming der tweede bij deze te erken
nen, een kind genaamd: Anton Heinrich
Deurloo, alhier geboren en vyftien Februari
negentienhonderd zesentwintig
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en
getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat
verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam
der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig: Gerrit Meyer, werk
man, en Hermanus Bagmeijer, werk
man, beiden drie enviftig jaren
oud en wonende alhier
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
NNo. 113
Heden tien Maart—
zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een
huwelijk aan te gaan:
Hendrik Johannes Stokvis, werkman
geboren en wonende alhier, oud eenentwin
tig jaren, meerderjarige zoon van Hendrik
Johannes Stokvis, wiens bestaan of verblijf on
zeker is, en Caroline Pauline de Leeuw, Don
derberoep, wonende alhier, en
Adriana Burger, zonder beroep, gebo
ren en wonende alhier, oud negentien jo
ren, minderjarige dochter van Johannes
Gerardus Burger, oud drie en veertig
jaren, -havenarbeider, en Annechiën
verhart oud een en veertig jaren, zonder
beroep, beiden wonende alhier. De ouders
der bruid verklaarden, voor mij tegen
woordig, toe te stemmen in dezen echt Di
moeder desbruidegems heeft, blykens hier„
bij overgelegde authentieke akte, in dezen
echt toegestemd
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier den twintig
sten Februari laatstleden
De bruidegom verklaarde mij onder eede
dat het bestaan of verblijf van zijn vader
hem onbekend is en dat deze geacht moe
worden niet in de mogelykheid te zijn
zijn wil ten opzichte van dit huwelijk
te verklaren
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en
getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat
verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam
der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig Josephus Johannes Louren
tius Burger, groot vader der echtgenoote
huisschilder, oud zesenzestigjaren, en
Raphael Sealtiel havenarbeider, oud
zevenenveertig jaren, beiden wonende
alhier
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
J H. Roenen.
J. Heijn
H. Bagmeijer
MAE. Deurloo.
A: H. Koene
J B Hendrik
JJ Le Burgeer
JJ Stokwis
R. Sealtiel
ABBurger
JSom
J.J. Burger
A Eerkart