Browse transcripts » Amsterdam City Archives

archive access 5009, inventory number 5377, page 11

No. 398
Heden acht Juni negentienhonderd twee en twintig
zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een
huwelijk aan te gaan:
Huite Alta, kantoorbediende, geboren
en wonende alhier, oud vier en
dertig jaren, meerderjarige zoon
van Ype Alta, overleden en Luitste
van Dijk- zonder beroep, wonende alhier, en
Anna Frederika Vuwenbroek, confecti
naaister, geloren en wonende al
hier, oud acht en twintig jaren,
meerderjarige dochter van Isaac
Ouwenbroek, en Anna Frederika
Hesselink, beiden overleden.
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier den zeven
en twintigsten Mei laatstleden
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en
getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat
verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam
der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig: Dirk Ypes Alta, broe
der des echtgenoots, houder van een
advertentiebureau, oud vier en veertig
jaren, en George de Ruiter, kellner
oud acht en twintig jaren, beiden wo
nende alhier
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
No. 399
Heden acht Juni negentienhonderd twee en twintig
zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een
huwelijk aan te gaan;
Jacobus Frederik Antonius Manthanden,
smid-bankwerker, geboren en wonende
alhier, oud vier en twintig jaren
meerderjarige zoon van jakob
Manshanden, oud zes en vijftig jaren
en Maritje Mosch, oud acht en vijf
tig jaren, beiden zonder beroep, en wo
nende alhier, en
Anna Catharina Wille, zonder beroep
geboren en wonende alhier, oud
vijf en twintig jaren, meerderjari
ge dochter van Petrus Wille oud
negen en viftig jaren, zonder
beroep, wonende alhier, en Anna
Catharina Lubé, overleden. Te ou„
ders des Brindegoms en de vader der
bruid verklaarden voor mij tegen
woordig toe te stemmen in dezen
echt.
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier den zeven
en twintigsten Mei laatstleden
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en
getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat
verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam
der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig: Albertus Cornelis van
Resteren, zwager des echtgenoots
meterijker, oud drie en dertig
jaren, en Albertus Josephus Schlp
perijn, zwager der echtgenoote
tigarenwinkelier, oud vif en veer
tig jaren, beiden wonende alhier
H aeta
J Alte

A.P. Ouwenboek
1

G de
C Mor
Waarvan akte welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
J.I A Marshanden AIKestern
A G: Wille AJ. Schipperijn

J. Manshonder
D
M Mosch
F Mees