Browse transcripts » Amsterdam City Archives

archive access 5009, inventory number 4783, page 26

No. 432 Heden elf Juni negentienhonderd dertien zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaah: Johan Antonius Hendricus Hofman, broodbakker, geboren en wonende alhier, oud tweeëntwintig jaren, meerderjarige zoon van Wilhelm Hofman, oud eenenvijftig jaren, slager en Dina Hendrika Jansen, oud vijfenvijf tig jaren, zonder beroep, beiden wonende alhier, en Bernardina Koch, zonder beroep, geboren en wonende alhier, oud twintig jaren, minderjarige dochter van Willem Frederik Koch oud negen endertig jaren-, venter en Bernardina Sijmonsbergen, oud achtendertig jaren, zonder beroep, beiden wonende alhier Beider ouders verklaarden, voor mij tegen woordig, toe te stemmen in dezen echtDe beide afkondigingen tot dit huwelijk zijn onverhinderd geschied, alhier den eersten en achtsten dezer Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naar der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden: Als getuigen waren tegenwoordig: Jacobus Hendrik Koch, werkman, oud zeventig jaren, Mozes Kleinkramer, koopman, oud tweeënzestig jaren, Dirk Schermer, werkman, oud zestig jaren en Hendrik Koch werkman, oud zesendertig jaren, allen wonende alhier Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet i No. 433 Heden elf Juni negentienhonderd dertien zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan: Jacobus Johannes van Mierlo, hulptelegrafist, geboren in de gemeente Hoorn, wonende alhier, oud vierentwintig jaren meerderjarige zoon van Martinus Hubertus van Mierlo en Elisabeth Petronella van Zeelst, beiden overleden, en Alida Clasina Temme, zonder beroep, geboren en wonende alhier, oud vifentwintig jaren meerderjarige doch ter van Andreas Temme, oud tweeënzes tig jaren, nachtwaker en Alida Machiel, se, oud tweeënzestig jaren-, zonder beroep, beiden wonende alhier. De ouders der bruid verklaarden, voor mij tegenwoordig, toe te stemmen in dezen echt, De beide afkondigingen tot dit huwelijk zijn onverhinderd geschied, alhier den eersten en achtsten dezer. Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn-verbonden. Als getuigen waren tegenwoordig: Andreas Temme, bank werker, oud veertig jaren, Joannes Temme, stukadoor, oud vierendertig jaren, Gerardus Temme, politieagent oud dertig jaren, allen broeder der echtgenoote en wonende alhier; en Herman Leo König, koopman, oud tweeënzeventig jaren, wonende te Obdam De moeder der echtgenoote verklaarde niet te kunnen naamteekenen, als hebbende geen schrijven geleerd. Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgeleren. J. A. H. Hofman D Sijmonsbergen J H Huch B: Koch VZwogkadi WH Hofran uteemkunner D H Bangen JSchermen WJ Koch A Koch JJomieile A. Temmen Hc TemmenJ Aemme val vake ve A. Temme Gremme He L Kong