Blader door transcripties » Stadsarchief Amsterdam

archieftoegang 5009, inventarisnummer 2870, pagina 47

No. 273
Heden drie Mei negentienhonderd twaalf
zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een
huwelijk aan te gaan:
Daniel van den Bergh, arts, geboren te
Oss, wonende alhier, oud drie en dertig jaren
meerderjarige zoon van Simon van den Bergh
en Esther Monnickendam, beiden zonder be
roep en wonende alhier, en
Clementine Goudsmit zonder beroep, gebo
ren en wonende alhier, oud zes en twintig ja
ren, meerderjarige dochter van Simon Philip
Goudsmit, overleden en Sara Reiser zonder be
roep, wonende alhier
De moeder der bruid verklaarde, voor mij tegen„
woordig, toe te stemmen in dezen echt.
De beide afkondigingen tot dit huwelijk zijn onverhinderd geschied, alhier -den een
en twintigsten en acht en twintigsten April laatst
leden
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en
getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat
verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam
der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig: Arthur Staac zwager der
echtgenoote, oud vijf en veertig jaren, Alfred Goud
smit, broeder der echtgenoote, oud vijf en twintig
jaren, beiden wonende alhier; Maurits van
den Bergh, oud een en dertig jaren, wonende te
Rotterdam en Ladok van den Bergh, oud ne
gen en twintig jaren, wonende alhier, beiden
broeder des echtgenoots, allen koopman van
beroep.
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wetis voorgelezen.
No. 274
Heden acht Mei negentienhonderd twaalf
zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een
huwelijk aan te gaan:
Julius Otto Maag, koopman, geboren te
Zürich in Zwitserland, wonende te Bachenbulach
in Zwitserland, oud zes en twintig jaren Zwitser
meerderjarige zoon van Johann Heinrich Maay
overleden en Maria Huber, zonder beroep wonen
de te Bachenbulach, voornoemd, en
Hiltje Teenstra, zonder beroep, geboren te
Leeuwarden, wonende alhier oud negen en
twintig jaren, meerderjarige dochter van Ru
dolphus Teenstra, kantoorbediende, wonen
de alhier en Geertruida Katharina Stande
overleden
De vader der bruid verklaarde voor mij tegen
woordig, toe te stemmen in dezen echt
De beide afkondigingen tot dit huwelijk zijn onverhinderd geschied, alhier den een
en twintigsten en acht en twintigsten April laatst
leden.
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en
getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat
verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam
der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden
Als getuigen waren tegenwoordig: Rudolphus Peenstra broe
der der echtgenoote, apotheker, oud twee en dertig
jaren, wonende te Hilversum, Frederik Pieter
Storm, kantoorbediende, oud acht en veertig jo
ren, Willem Hendrik ten Teldam, onderwy
zer, oud vier en dertig jaren en Willem Rre
derik Snijders, werkman oud een en vijftig
jaren, allen wonende alhier.
Waarvan akte welke overeenkomstig de wet is wooroolezen
Cmm Staae
D. v/d Bergh
Alfred Goudsuus
C Goudsiit.
J
Woakelyjk
S. Reeser
JndBel
A aktl;
istig de wet is voorgeteken.
J. O. Kaay
BVan tm
V: VJta
H. Feenstra
Willem eldan
Okwaking
R. Peenstra
V Shnijders