Browse transcripts » Amsterdam City Archives

archive access 5009, inventory number 2870, page 40

No. 259 Heden — een Mei negentienhonderd twaal zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde eén huwelijk aan te gaan: Joseph Brilleslijper, koopman, geboren en wonende alhier, oud een en twintig jaren, meerderjarige zoon van Jacob Brilleslijper, koopman, wonende alhier en Rebekka soet, overleden en Fijtje Gerritse, zonder beroep, geboren en wonende alhier, oud een en twintig jaren, meerderjarige dochter van Jacob Gerritse, winkelier en Marianne Lootsteen, zonder beroep, beiden wonende alhier De vader des bruidegoms verklaarde, voor mij tegenwoordig, toe te stemmen in dezen echt. De beide afkondigingen tot dit huwelijk zijn onverhinderd geschied, alhier den vier en twintigsten en een en dertigsten Maart laatstleden. Bij deze akte is tevens overgelegd een Proces-verbaal van tusschenkomst van den rechter in het kanton Amsterdam, waaruit blijkt, dat de ouders der bruid op de oproeping niet zijn verschenen. Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden. Als getuigen waren tegenwoordig: Ruben Bulleslijper, broeder des echtgenoots, koopman, oud zes en twintig jaren, Emanuel Degen, zonder beroep, oud acht en zestig jaren, Hyman Elsas, koopman, oud acht en dertig jaren en Abraham, Nabario, diamantslijper, oud drie en dertig jaren, allen wonende alhier. No. 260 Heden — een Mei negentienhonderd twaalf zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan: Jan Frederik de Smit, loodgieter, geboren en wonende alhier, oud vijf en twintig jaren, meerder, jarige zoon van Egbertus de Smit, overleden en Elisabeth Fontijn, zonder beroep, wonende alhier en Jacoba Simon, zonder beroep, geboren en wonende alhier, oud acht en twintig jaren meerderjarige dochter van Eduard Mourits Simonpakhuiskenecht en Jacoba Wisman, zonder beroep, beiden wonende alhier. De ouders der bruid verklaarden, voor mij tegenwoordig, toe te stemmen in dezen echt.— De beide afkondigingen tot dit huwelijk zijn onverhinderd geschied, alhier den achttienden en vijf en twintigsten Februari laatstleden Bij deze akte is tevens overgelegd een Procesverbaal van tusschenkomst van den Rechter in het Kanton Amsterdam van een en dertig Januari dezes jaars, waaruit blijkt, dat de moeder des brui degoms bij hare vergering tot het geven van toestemming tot dit huwelijk is blijven volharden. Ik heb bruidegom en Bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naar der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden. Als getuigen waren tegenwoordig: Egbertus de Smit, broeder des echtgenoots, smid, oud acht en twintig jaren; Wilhelmus Lourins Hamels, kantoorbediende, oud vijf en twintig jaren, Johan Joseph Gerz. fabrikant, oud vier en zestig jaren en Hendrik Jan Plankman, tapper, oud acht en veertig jaren, allen wonende alhier Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen. „ Bullerlyper R. Bulleslijper E Degen S=e Gerrit OZ Woferr J Brelldype Hdnz A: Nabarro E. de Smit H de Brt Withllamel vandore J Semron J J Gerz E M Simon J Wijmon HeeJ Plankman