Blader door transcripties » Stadsarchief Amsterdam

archieftoegang 5009, inventarisnummer 2870, pagina 18

8
A. 2
rondissements.
Bij vonnis der Ar
Bechtbank te gro
ningen van vier
en twintig sep„
tember negentien
honderd zes en
twintig is uit.
gsproken de
ontbinding door
echtscheiding
van het in nevens
staande akte ver
melde huwelijk
Ingeschreven in
het register van
Huwelijken en
nummer een b
Echtscheidingen
folio vyf endertig
te Amsterdam
en twintig
heden vijftien
December nien
tienhonderd zes
Azahy
Heden zeventien April negentienhonderd twaalf.
zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een
(huwelijk aan te gaan:
Egbert Willem Raanas kantoorbedien
de, geboren te Obergum, gemeente Hinsum
wonende alhier, oud vier en twintig jaren meer
derjarige zoon van Geert Willem Raangs en
Pieterke Poel beiden zonder beroep en wonende
te Winsum, en
Jansje Nijhuis, zonder beroep, geboren
en wonende alhier oud negen en twintig
jaren meerderjarige dochter van Johannes-
Assuerus Nijhuis, sigarenmaker, wonende al
hier en Christina Alberdina Klaus, overleden
De vader der bruid verklaarde, voor mij tegenwoor
dig, toe te stemmen in dezen echt. De ouders des
buidegoms hebben, blijkens hierbij overgelegde authen„
tieke akte in dezen echt toegestemd
De beide afkondigingen tot dit huwelijk zijn onverhinderd geschied, alhier den
zevenden en veertienden dezer
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en
getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat
verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam
der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig: Hendrik Stigter, oud twee
en vijftig jaren, Pieter Andersen, oud vier en
zestig jaren, Engbert Rozeboom oud drie en
zeventig jaren en Johannes Willem Hendrik
Meuwig, oud drie en dertig jaren allen werk
man van beroep en wonende alhier.-
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
No. 219
Heden zeventien April
negentienhonderd twaalf zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken
stand van Amsterdam verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan:
Mozes Brouwer, koopman, gebo„:
ren en wonende alhier, oud vier en
twintig jaren, meerderjarige zoon van r
Sijmon Brouwer en Engelina Salomon
beiden zonder beroep en wonende alhier, en
Lea Tas, zonder beroep, geboren en wonende
alhier, oud drie en twintig jaren, meerderja
rige dochter van Levie Tas, loopknecht en
Saartje Hartog Teper, zonder beroep, beiden
wonende alhier
Beider ouders verklaarden, voor mij tegen
voordig, toe te stemmen in dezen echt—
De beide afkondigingen tot dit huwelijk zijn onverhinderd geschied, alhier den een
en dertigsten Maart laatstleden en den ze
venden dezer
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en
getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat
verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam
der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden
Als getuigen waren tegenwoordig: Eliazer Tas, oom der echt
genoote, commissionnair, oud vijf en vijftig ja„
ren bnanuel Brouwer, diamantkloover, oud
negen en veertig jaren, Mozes Brouwer, zon
der beroep, oud zes en veertig jaren, beiden oon
des echtgenoots en Abraham Meijer, winke
lier, oud vijf en zeventig jaren, allen wonende al
hier.
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
H. Sligter
E.W. Baangs
S: Andersen
J. Nijheis
C Rozeboonfacrinbur
2
A. Nijken
JW H Meening
M. Brouwen SH Seper
d Jas
EAJan
J Brouwer
P BrouwerBreaes
E: Lalomo
H. Brouwer
L Tas
A Meyjer